5.6.2 Voorbereidingen treffen voor
het optillen van de patiënt
1. Bepaal welke apparatuur u
wilt verplaatsen en waar u het
transportmiddel wilt neerzetten.
2. Voor de personen bij de patiënt:
a. plaats één hand onder de
klauwvergrendelingen onder aan
de steunarm;
b. houd met de andere hand de riem of
broek van de patiënt vast of schuif
deze hand onder het dijbeen.
3. Zorg ervoor dat het hoofd van de
patiënt stabiel is.
5.6.3 De patiënt optillen
1. Druk op PAUZE om de compressies
tijdelijk te stoppen.
2. Til de patiënt op een brancard of
een ander transportmiddel (bijv. een
wervelplank of vacuümmatras).
3. Controleer of de zuignap zich in de
correcte positie boven de borstkas van
de patiënt bevindt.
4. Druk op ACTIEF (continu) of ACTIEF
(30:2) om de compressies te hervatten.
3-thoraxcompressiesysteem – GEBRUIKSAANWIJZING
LUCAS
®
100925-04 rev. C, geldig vanaf CO J3053 © 2017 Jolife AB
5.6.4 De patiënt verplaatsen
Het LUCAS-thoraxcompressiesysteem
kan ingeschakeld blijven terwijl u de patiënt
verplaatst indien:
• LUCAS en de patiënt veilig op het
transportmiddel zijn geplaatst.
• LUCAS in de juiste positie en hoek op
de borstkas van de patiënt blijft zitten.
Pas indien nodig de positie van de zuignap
aan.
WAARSCHUWING - POSITIE GEWIJZIGD
TIJDENS GEBRUIK
Als de positie van de zuignap tijdens het
gebruik of tijdens defibrillatie verandert,
druk dan onmiddellijk AANPASSEN in en
herstel de juiste positie. Gebruik altijd de
LUCAS-stabilisatieband om de juiste positie
te behouden.
21
THORAXCOMPRESSIESYSTEEM