10 - TREFWOORDEN VAN HET MENU EN WERKING
SYSTEEMCONFIGURATIES
Op het moment van de installatie moet het product ingesteld zijn in functie van het soort systeem door selectie van de speciaal voorziene
parameter in het menu "INSTELLINGEN".
Er zijn 5 configuraties mogelijk, zoals hierna beschreven:
Configuratie
Beschrijving
1
Beheer omgevingstemperatuur via sonde op de ketel of door de externe omgevingsthermodaat te activeren
FABRIEKSINSTELLING.
2
Beheer omgevingstemperatuur via sonde op de ketel of door de externe omgevingsthermodaat te activeren;
productie SWW voor boiler of accumulatie met thermostaat (opties).
3
Beheer omgevingstemperatuur via sonde op de ketel of door de externe omgevingsthermostaat te activeren;
productie SWW boiler met ntc-sonde (10 kΩ ß3435).
4
Beheer externe Puffer aangestuurd via thermostaat.
5
Beheer externe Puffer via ntc-sonde (10 kΩ ß3435).
CONFIGURATIE 1 (FABRIEKSINSTELLING)
1
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
5
V
4
2
3
55