Inhoudsopgave
Advertenties
rode
rote
meetsnoer
Me§leitung
Durchla§richtung
doorlaatrichting
c)
Om naar de akoestische doorgangstest te komen drukt u nog een keer
op de gekleurde ronde toets rechts boven de draaischakelaar. Boven
de "omega" moet nu het symbool voor de akoestische doorgangstest
verschijnen. Verbind het meetpunt met een beslist spanningsloze te
meten object (leidingen, kabel, schakelingen enz.). Bij weerstanden
onder de ca. 33 Ohm is een akoestisch signaal te horen. Bij "0" Ohm
is het signaal het luidst.
Capaciteitsmeting
Let op!
Ontlaad elke condensator, voor u deze verbindt met de meter. Bij het
kortsluiten van condensatoren kunnen energierijke ontladingen
plaatsvinden. Wees voorzichtig in ruimtes waarin zich stof, brandbare
gassen, dampen of vloeistoffen (kunnen) bevinden. → → gevaar voor
explosies!
Raak de aansluitingen niet aan bij condensatoren met spanningen > 35
VDC resp. 25 VAC. Voorzichtig. Levensgevaarlijk!
Voer geen metingen uit bij condensatoren, die in schakelingen /
onderdelen van schakelingen zijn ingebouwd.
Voor het meten van eenpolige (elco's) en bipolaire (tweepolige) conden-
satoren handelt u als volgt:
a)
Het aansluiten van de meetleidigen wordt hetzelfde uitgevoerd als bij
de weerstandsmeting.
b)
Druk nog een keer op de gekleurde ronde toets rechts boven de
draaischakelaar (vanaf de weerstandsmeting nog drie keer). Het meet-
apparaat schakelt nu over van de weerstandsmeting naar de diodetest
(1x), verder naar de doorgangstest (2x) en uiteindelijk naar de
capaciteitsmeting, dit is te zien aan het symbool "
display.
Bij de VC-820 zet u de draaischakelaar op "
16
zwarte
rode
zwarte
schwarze
rote
schwarze
meetsnoer
Me§leitung
meetsnoer
meetsnoer
Me§leitung
Me§leitung
blokkeerrichting
Sperrichtung
" rechts op het
".
c)
Verbind nu de meetpunten met de condensator. Let bij de meting van
elektrolytcondensatoren (elco) op "+" en "-" (polariteit). Let er daarbij
bovendien op dat de aansluitingen lang genoeg zijn en of ze schoon
zijn.
Aanwijzingen!
Instelbare speciale functies
Vasthouden van de meetwaarde "HOLD H" en de referentiewaardeme-
ting "REL"
Frequentiemeting
Voor het meten van de frequentie van sinusvormige wisselspanningen tot
max. 10 MHz handelt u als volgt:
a)
Verbind de meetsnoeren met de juiste polariteit met de uitgeschakelde
meter. Het rode meetsnoer wordt met de Hz/V/Ohm-ingang verbon-
den en het zwarte meetsnoer met "COM" (= massa of "-"). Let er op
dat ze goed vastzitten.
b)
Stel de draaischakelaar op "Hz" en schakel de meter in. Na een korte
initaliseringsfase (alle segmenten zichtbaar) schakelt de meter
automatisch in het kleinste meetbereik, waarbij bij de frequentiemeting
een handmatige bereikskeuze niet mogelijk is.
c)
Verbind de meetpunten met het te meten object.
d)
Wordt niet een frequentieaanduiding in "Hz" (kHz, MHz) maar de infor-
matieve aanduiding van de puls-pauzeverhouding bij TTL-niveaus in
"%" gewenst, drukt u eenmaal op de toets "Hz %". De aanduiding is
theoretisch voldoende tot 99,9% bij een max. resolutie van 0,1%.
Opnieuw op de toets "Hz %" te drukken gaat u terug naar de fre-
quentiemeting.
Let op!
Overschrijd nooit de maximale ingangsgroottes! Bij spanningen < 300
mVrms (gemeten bij 1 kHz) tot 1 MHz en < 600 mVrms over 1 MHz tot
< 10 MHz is geen frequentiemeting mogelijk.
17
Advertenties
Inhoudsopgave
