Opmerking!
Instelbare speciale functies:
Vasthouden van de meetwaarde "HOLD H" en overschakelen van "Hz"
(frequentiemeting) naar "%" (meting puls-pauzeverhouding).
µA-gelijk- en wisselstroommeting DCµA en ACµA (True
RMS bij de VC-840)
Voor het meten van lage gelijk- of wisselstromen tot max. 4000 µAAC of
µADC handelt u als volgt:
a)
Verbind de meetsnoeren met de juiste polariteit met de uitgeschakelde
meter. Het rode meetsnoer wordt met de "µA/mA"-ingang verbonden
en het zwarte meetsnoer met "COM" (= massa of "-"). Let er op dat ze
goed vastzitten.
b)
Zet de draaischakelaar op "µA" en schakel de meter in. Na een zeer
korte initaliseringsfase (alle segmenten) is nu de gelijkstroommeting
ingeschakeld. Om wisselstromen te meten, drukt u eenmaal op de
ronde toets rechts boven de draaischakelaar. Hierop verschijnt links
naast de meetwaarde het symbool van de wisselgrootte "AC" (= alter-
nating current). Bovendien is de automatische bereikskeuze, getoond
wordt "AUTO", geactiveerd. D.w.z. het kleinste meetbereik met een
resolutie van 100 nA (= nano ampère = exp.-9A) is ingesteld.
c)
Verbind de punten van de meetsnoeren in serie met het te meten
object (zie onderstaande afbeelding).
zz
Sicherung
zekering
~
~
Strom-
Strom-
stroombron
quelle
quelle
Let op!
Zodra er bij de gelijkstroommeting een "-" voor de meetwaarde ver-
schijnt, is de gemeten stroom negatief (of de meetsnoeren zijn verwis-
seld).
18
micro-ampèremeter
Mikroamperemeter
oamperemeter
∝A
µA
verbruiker
Verbraucher
Verbraucher
(last, schakeling
(Last, Schaltung
(Last, Schaltung
enz.)
usw.)
usw.)
Meet geen stromen in stroomcircuits, waarin spanningen groter dan
600 VDC resp. VACrms kunnen voorkomen, omdat dat voor u levens-
gevaarlijk kan zijn. Meet in geen geval stromen >4000 µA. Meet stromen
kleiner dan of gelijk aan 4 mA alleen in stroomcircuits, die zelf met 50
mA superflink gezekerd zijn.
Aanwijzingen:
Navolgende speciale functies kunnen ingesteld worden:
Vasthouden van de meetwaarde "HOLD H", referentiewaardemeting
"REL" en handmatige bereikskeuze "RANGE".
Als er een signaaltoon te horen is, is de zekering in orde. Als er "OL"
aangeduid wordt is de zekering defect en moet, met inachtneming van
de veiligheidsvoorschriften, vervangen worden.
mA-gelijk- en wisselstroommeting DCmA en ACmA (True
Rms bij de VC-840)
Voor het meten van lage gelijk- of wisselstromen tot max. 400 mAACrms (=
effectieve) of mADC handelt u als volgt:
a)
Verbind de meetsnoeren met de juiste polariteit met de uitgeschakelde
meter. Het rode meetsnoer wordt met de "µA/mA"-ingang (bij VC-820)
resp. met de "µA/mA/°C"-ingang (bij de VC-840) verbonden en het
zwarte meetsnoer met "COM" (= massa of "-"). Let er op dat ze goed
vastzitten.
b)
Stel de draaischakelaar op "mA" en schakel de meter in. Na een zeer
korte initialiseringsfase (alle segmenten) bevindt u zich nu in de "gelijk-
stroommeting. Voor het meten van wisselstromen drukt u eenmaal op
de ronde toets rechts boven de draaischakelaar. Hierop verschijnt
links naast de meetwaarde het symbool van de wisselgrootte "AC" (=
alternating current). Bovendien is de automatische bereikskeuze,
getoond wordt "AUTO", geactiveerd. D.w.z. het kleinste meetbereik
met een resolutie van 10 µA (= microampère = exp.-6A) is ingesteld.
c)
Verbind de punten van de meetsnoeren in serie met het te meten
object (zie onderstaande afbeelding).
19