De projector op een netwerk gebruiken
d
Selecteer Basis en stel daarna indien nodig het volgende in.
• Onder project.Naam kunt u een naam invoeren van maximaal 16 alfanumerieke tekens om de projector te
identificeren via het netwerk.
• Wachtwoord Remote: Stel een wachtwoord in om te gebruiken wanneer u de projector vanaf een smartphone
of een tablet bedient. U kunt maximaal 8 alfanumerieke single-byte tekens invoeren.
• LAN-info weergeven: Stel het weergaveformaat in voor de netwerkinformatie van de projector.
c
Gebruik het weergegeven toetsenbord voor het invoeren van de naam, de wachtwoorden en
het trefwoord. Gebruik de knoppen omhoog/omlaag/links/rechts om tekens te selecteren en
druk vervolgens op de knop [Enter] om de selectie te bevestigen.
e
Selecteer Draadl. LAN en druk vervolgens op de knop [Enter] .
f
Selecteer de instelling Aansluitmodus.
• Snel: Hiermee kunt u de projector direct via draadloze communicatie verbinden met uw smartphones, tablets
of computers. Ga naar stap 10 wanneer u Snel selecteert.
• Geavanceerd: Biedt u de mogelijkheid meerdere smartphones, tablets of computers te verbinden via het
toegangspunt van een draadloos netwerk. Ga naar stap 7 wanneer u Geavanceerd selecteert.
g
Selecteer Netwerkconfiguratie - Draadl. LAN - Toegangspunt zoeken om het
toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken te selecteren.
c
Als u de SSID handmatig moet toewijzen, selecteert u SSID om de SSID in te voeren.
Configureer daarnaast de beveiligingsinstellingen in het menu Beveiliging.
56
pag.58
s