Gevorderd (Opnamen maken)
• De burstsnelheid kan langzamer worden
op donkere plaatsen omdat de sluitertijd
langer wordt.
• De focus wordt vast ingesteld tijdens de
eerste opname.
• De belichting en de witbalans worden
aangepast telkens als u een opname
maakt. Als u bovendien een bewegend
onderwerp volgt in een landschap of
binnenshuis waar een groot verschil is
tussen licht en schaduw, kan het even
duren voordat de belichting goed is. Als u
dus de burstfunctie gebruikt in dit geval,
kan de belichting niet optimaal zijn.
• Met de zelfontspanner is het aantal
opnamen met de burstfunctie vast
ingesteld op 3.
• De burstfunctie wordt niet geannuleerd
wanneer het toestel uitgezet wordt.
• Wanneer de burstfunctie ingesteld wordt,
wordt de automatische overzichtsfunctie
geactiveerd ongeacht de instelling van het
automatische overzicht. U kunt de
automatische overzichtfunctie niet
instellen in het [SET-UP] menu.
• U kunt burst niet instellen in de
eenvoudige opnamefunctie [
[STERRENHEMEL] in de scènefunctie.
[AF ASS. LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker
MENU
Op [
] drukken om het [OPNAME] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P59)
Het object verlichten maakt het makkelijker
scherp te stellen wanneer u bij weinig licht
aan het opnemen bent en scherp wilt
stellen, wat moeilijk is bij weinig licht.
66
VQT1C47
• Als de AF-lamp ingesteld
is op [ON], wordt er een
AF-zone afgebeeld met
een grootte die breder is
dan normaal en gaat de
AF-lamp A aan wanneer u de
ontspanknop tot de helft indrukt op
donkere plekken enz.
[ON]
[OFF] De AF-lamp gaat niet aan.
• Voorzichtig zijn met de volgende handelingen
wanneer u de AF-lamp gebruikt.
– Niet direct in de AF-lamp kijken.
– De AF-lamp niet met uw vingers of
andere voorwerpen bedekken.
• Wanneer u de AF-lamp niet wenst te
gebruiken (b.v. wanneer u opnamen
maakt van dieren op een donkere plek),
de [AF ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit
geval zal het moeilijker worden scherp te
] en
stellen.
• De instelling voor [AF ASS. LAMP] staat
vast op [ON] in de eenvoudige functie
[
• De instelling voor de [AF ASS. LAMP]
staat vast op [OFF] in [LANDSCHAP]
(P47), [NACHTL. SCHAP] (P48),
[ZONSONDERG.] (P49), [VUURWERK]
(P52), [LUCHTFOT] (P52) en in de
scènefunctie.
• De begininstelling voor [HUISDIER] (P50)
in de opnamefunctie is [OFF].
De AF-lamp gaat aan bij weinig
licht. Zodra dit gebeurt, verschijnt
het pictogram van de AF-lamp
[
] op het scherm. Het effectieve
bereik van de AF-lamp is 1,5 m.
].