Gevorderd (Opnamen maken)
De gevoeligheid aanpassen
aan de beweging van het
opgenomen onderwerp
Het toestel spoort de beweging van het
onderwerp op in de buurt van het midden
van het scherm en zet vervolgens de
optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in
afhankelijk van de beweging en de
helderheid van het onderwerp.
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Druk op 3/4 om [ISO-LIMIET] te
kiezen en vervolgens op 1.
OPNAME
WITBALANS
ISO
ISO-LIMIET
MAX
ASPECTRATIO
FOTO RES.
KWALITEIT
SELEC
3 Druk op 3/4 om het onderdeel
te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET].
Onderdeel
400
De ISO-gevoeligheid neemt
automatisch toe tot op de
800
ingestelde waarde afhankelijk
van de bewegingen en de
1250
helderheid van een voorwerp.
• Hoe hoger de ingestelde
ISO-gevoeligheid is, hoe minder jitter u
zult hebben. De beeldruis neemt echter
wel toe.
44
VQT1C47
/
1
3
AWB
400
AUTO
400
800
1250
800
1250
MENU
INST.
Instellingen
• Hoe hoger de ingestelde
ISO-gevoeligheid is, hoe minder jitter u
zult hebben. De beeldruis neemt echter
wel toe.
F2.8
1/125
• Ruis wordt vermeden wanneer er binnen
beelden gemaakt worden van een
onderwerp zonder beweging door de
ISO-gevoeligheid te vergroten.
F2.8
1/30
• Als u de ontspanknop half indrukt,
verschijnt [
] A. Als u de
ontspanknop helemaal indrukt,
verschijnen de sluitertijd en de
ISO-gevoeligheid even.
F2.8
• Het focusbereik wordt hetzelfde als de
macrofunctie. [5 cm (Breed)/50 cm (Tele)
tot ¶]
• Als de flits werkt, neemt de
ISO-gevoeligheid automatisch toe tot een
maximum van [ISO640]. (Als de hoogste
ISO-gevoeligheid op een andere dan
[ISO400] is ingesteld.)
• Lees P40 voor informatie over het
beschikbare flitsbereik.
ISO800
ISO200