• De positieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten zijn voorzien van de positieve
DC-connectoren.
• De negatieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten zijn voorzien van de negatieve
DC-connectoren.
• Bij een omgevingstemperatuur hoger dan 10 ° C mag de nullastspanning van de
PV-strings niet hoger zijn dan 90 % van de maximale DC-ingangsspanning van de
omvormer. Daardoor wordt voorkomen dat de spanning bij lagere
omgevingstemperaturen de maximale DC-ingangsspanning van de omvormer
overschrijdt.
5.5.2 DC-connectoren confectioneren
Confectioneer de DC-connectoren zoals hieronder beschreven. Let daarbij op de juiste
polariteit. De DC-connectoren zijn gemarkeerd met "+" en "–".
Kabelvereisten:
De kabel moet van het type PV1-F, UL-ZKLA of USE2 zijn en de volgende
eigenschappen hebben:
buitendiameter: 5 ... 8 mm
leidingdoorsnede: 2,5 ... 6 mm²
aantal aders: ten minste 7
nominale spanning: ten minste 1 000 V
Ga bij het confectioneren van de DC-connectoren als volgt te werk.
1
Strip de isolatie over 12 mm.
2
Steek de gestripte kabel tot aan de aanslag in de DC-connector. Let er daarbij op
dat de gestripte kabel en de DC-connector dezelfde polariteit hebben.
30
Installatie- en bedieningshandleiding