7 Product gebruiken
Opmerking: tijdens de synchronisatie moet de
koudemiddellijst/koudemiddelselectie op het instrument gesloten
blijven.
Het nieuw ingestelde koudemiddel wordt in het meetmenu
weergegeven.
[▲] (P=O)
7
Toets
Nulling wordt uitgevoerd.
8
Meetinstrument onder druk zetten.
De meting start automatisch.
De meetresultaten worden getoond:
•
Lage en hoge druk
•
Condensatie- en verdampingstemperatuur
•
Zuig- en vloeistofleidingtemperatuur
•
Oververhitting en onderkoeling
Bij zeotrope koudemiddelen wordt de verdampingstemperatuur to/Ev na
de volledige verdamping / de condensatietemperatuur tc/Co na de
volledige condensatie getoond.
De gemeten temperatuur moet worden toegewezen aan de
oververhittings- resp. onderkoelingszijde (t
deze toewijzing wordt al naargelang de gekozen indicatie t
Δt
/SH of t
oh
Meetwaarde en displayverlichting knipperen:
•
1 bar/14,5 psi vóór bereiken van de kritische druk van het
koudemiddel
•
bij overschrijden van de max. toegelaten druk van 60 bar/870 psi.
20
2 sec. indrukken om instrument op nul te zetten.
/T2 resp. Δt
/SC getoond.
cu
cu
<--> t
). Afhankelijk van
oh
cu
/T1 resp.
oh