DJI Mini 4 Pro Gebruikshandleiding
Afstandsbediening
(Modus 2)
78
©
2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
Drone
Gasjoystick (Throttle):
omhoog of omlaag te bewegen verandert de
hoogte van de drone.
•
Duw de joystick omhoog om te stijgen en
omlaag om te dalen.
•
De drone zweeft op zijn plaats als de joystick
in het midden staat.
•
Hoe verder de joystick van het midden
wordt weggeduwd, hoe sneller de drone van
hoogte verandert.
Gebruik de linker joystick om op te stijgen
als de motoren stationair draaien. Duw altijd
voorzichtig tegen de joystick om plotselinge
en onverwachte veranderingen in hoogte te
voorkomen.
Gier-joystick (Jaw):
naar links of rechts om de richting van de drone
te veranderen.
•
Duw de joystick naar links om de drone
linksom te laten draaien en naar rechts om
de drone rechtsom te laten draaien.
•
De drone zweeft op zijn plaats als de joystick
in het midden staat.
•
Hoe verder de joystick van het midden wordt
weggeduwd, hoe sneller de drone draait.
Kanteljoystick (Pitch):
op en neer te bewegen verandert de kanteling
van de neus van de drone.
•
Duw de joystick omhoog om voorwaarts te
vliegen, en naar beneden om achterwaarts
te vliegen.
•
De drone zweeft op zijn plaats als de joystick
in het midden staat.
•
Hoe verder de joystick van het midden wordt
weggeduwd, hoe sneller de drone beweegt.
Roll-joystick:
of rechts te bewegen verandert de rolhoek van
de drone.
•
Duw de joystick naar links om naar links te
vliegen en naar rechts om naar rechts te
vliegen.
•
De drone zweeft op zijn plaats als de joystick
in het midden staat.
•
Hoe verder de joystick van het midden wordt
weggeduwd, hoe sneller de drone beweegt.
Opmerkingen
door de linker joystick
beweeg de linker joystick
door de rechter joystick
door de rechter joystick naar links