• Het neerwaartse zichtsysteem werkt mogelijk niet goed als de drone in de buurt van
water vliegt. Daarom is het mogelijk dat de drone bij de landing niet in staat is om actief
water eronder te vermijden. Het wordt aanbevolen om te allen tijde de vluchtbesturing
in stand te houden, een redelijk oordeel te vormen op basis van de omgeving en niet te
veel te vertrouwen op het neerwaartse zichtsysteem.
• De zichtsystemen kunnen grote structuren met frames en kabels zoals torenkranen,
hoogspanningsmasten, hoogspanningslijnen, tuibruggen en hangbruggen niet
nauwkeurig identificeren.
• De zichtsystemen kunnen niet goed functioneren in de buurt van oppervlakken zonder
duidelijke variaties in patroon of waar het licht te zwak of te sterk is. De zichtsystemen
kunnen in de volgende situaties niet goed functioneren:
a. Bij het vliegen in de buurt van oppervlakken die uit één kleur bestaan (bijv. volkomen
zwart, wit, rood of groen).
b. Bij het vliegen in de buurt van oppervlakken met hoge reflectie.
c. Bij het vliegen in de buurt van water of transparante oppervlakken.
d. Bij het vliegen in de buurt van bewegende oppervlakken of objecten.
e. Bij het vliegen in een gebied waarin de verlichting vaak of snel verandert.
f. Bij het vliegen in de buurt van extreem donkere (< 10 lux) of heldere (> 40.000 lux)
oppervlakken.
g. Bij het vliegen in de buurt van oppervlakken die infraroodgolven sterk reflecteren of
absorberen (bijv. spiegels).
h. Bij het vliegen in de buurt van oppervlakken zonder duidelijke patronen of texturen.
i. Bij het vliegen in de buurt van oppervlakken met identiek herhalende patronen of
structuren (bijvoorbeeld tegels met hetzelfde ontwerp).
j. Bij het vliegen in de buurt van obstakels met kleine oppervlakken (bijv. takken van
bomen en hoogspanningslijnen).
• Zorg dat de sensoren altijd schoon zijn. Bekras of manipuleer de sensoren NIET.
Gebruik de drone NIET in stoffige of vochtige omgevingen.
• Camera's van het zichtsysteem moeten mogelijk worden gekalibreerd nadat de drone
voor een langere periode is opgeslagen. Er verschijnt een melding in DJI Fly en de
kalibratie wordt automatisch uitgevoerd.
• Vlieg NIET als het regent, mistig is of als het zicht minder is dan 100 m.
• Controleer vóór elke keer opstijgen het volgende:
a. Zorg dat er geen stickers of andere obstakels op het glas van de sensoren van het
infrarooddetectiesysteem en de zichtsystemen zitten.
b. Gebruik een zachte doek als er vuil, stof of water op het glas van de zichtsystemen en
het infrarooddetectiesysteem zit. Gebruik GEEN alcoholhoudend reinigingsproduct.
c. Neem contact op met de DJI Support als de lenzen van de infrarooddetectie- of
zichtsystemen beschadigd zijn.
• Blokkeer het infrarooddetectiesysteem en de zichtsystemen NIET.
• De drone kan op elk moment van de dag of nacht vliegen. De zichtsystemen zijn echter
niet meer beschikbaar wanneer u 's nachts met de drone vliegt. Vlieg voorzichtig.
DJI Mini 4 Pro Gebruikshandleiding
©
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
59