5. Rookgasafvoersysteem
Om een veilig en juist gebruik te garanderen,
moet deze luchtverwarmer worden aangesloten
op een rookgasafvoersysteem. Dit systeem moet
volgens deze handleiding worden geïnstalleerd,
evenals volgens nationale en lokale voorschriften.
Een rookgasafvoersysteem bestaat uit een
rookgasafvoer, afvoerleidingen en een optioneel
condensaatafvoersysteem.
PAS OP!
Gebruik geen rookgasafvoer voor
condenserende apparaten op niet-condenserende
toestellen. Dit kan leiden tot water in het rookgassysteem.
LET OP
Gebruik alleen het voorgeschreven
afvoermateriaal voor de dakdoorvoer, muurdoorvoer
en voor de leidingen tussen het toestel en de doorvoer.
Dit is de enige manier waarop de installatie kan worden
goedgekeurd.
LET OP
Lokale voorschriften kunnen vereisen dat de
Rookgasuitmonding ten minste 0,6 m boven dakniveau
moet worden geplaatst.
LET OP
Lokale voorschriften kunnen een
minimumafstand vereisen tussen de doorvoer en
ventilatieopeningen in het gebouw.
5.1. Rookgas uitmondingen
De volgende rookgas uitmondingen zijn compatibel met
deze luchtverwarmer:
Modellen
Verticale uitmonding
Rookgas doorvoer
QSG12 + 30
DDV 80/125 HR
* Gebruik bij h> 0,5 m boven het dak, art.nr. IA8217
14
Art. nr.
IA8214*
Figuur 16 - Verticale uitmonding QSG12 + 30
Modellen
Horizontale uitmonding
Rookgas doorvoer
QSG12 + 30
CT 80/125
Afmetingen
QSG12 + 30
A (mm)
1370
B (mm)
575
d Ø (mm)
80
D Ø (mm)
125
HOH (mm)
110
E (mm)
610
F (mm)
135
Figuur 17 - Horizontale uitmonding QSG12 + 30
Art. nr.
IA8216