Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ruimtethermostaat; Installatie-Eisen; Installatie Van Meerdere Toestellen Op Één Smart Controller Of Gebouwenbeheerssysteem; Warmtepomp - Winterwarm QSG Installatiehandleiding

Luchtverwarmer
Inhoudsopgave

Advertenties

4.5. Ruimtethermostaat

Het toestel kan alleen worden aangesloten met een van de
volgende modulerende ruimtethermostaten:
De Smart Controller: een modbus thermostaat
met touch control, special voor hybride
luchtverwarmers.
Een gebouwenbeheerssysteem dat communiceert
via Modbus.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit een kamerthermostaat
om de elektrische voeding van het toestel te onderbreken.
LET OP
Deze luchtverwarmer kan niet worden bediend
met een eenvoudige AAN / UIT-thermostaat.

4.5.1. Installatie-eisen

Let bij het plaatsen van de thermostaat op de volgende
punten voor een goede werking van de installatie:
Zorg ervoor dat er lucht rond de thermostaat kan
circuleren.
Zorg ervoor dat de zon niet direct op de
thermostaat schijnt.
Plaats de thermostaat niet op een koude muur.
Plaats de thermostaat op een binnenwand zonder
tocht.
Plaats de thermostaat nooit in de worp van het
toestel.
Monteer de thermostaat nooit in de buurt van de
antennes van interne communicatienetwerken.
De straling hiervan kan de thermostaat verstoren.
Houd meerdere meters afstand.
In alle gevallen is de communicatie tussen de
luchtverwarmer en de thermostaat gebaseerd op een
vierdraads laagspanningsverbinding. (zie het elektrische
schema in §11.). Volg deze instructies om storingen
van de installatie en schade aan de thermostaat of
luchtverwarmer te voorkomen:
Gebruik een kabel met de volgende specificaties:
– Signaalkabel
– Afgeschermd
– Minimale aderdoorsnede: 4 x Ø0,34 mm
– Maximale lengte: 200 m.
PAS OP!
Houd de thermostaatkabel gescheiden van de
voedingskabels.
PAS OP!
Sluit het aardscherm van de kabel alleen aan
op de aardeklem in de luchtverwarmer. Sluit het andere
uiteinde van het aardscherm van de kabel niet aan.
LET OP
Een kabel met een aderdoorsnede van minder
dan 0,34 mm
zal resulteren in een slecht signaal.
2
INSTALLATIEHANDLEIDING LUCHTVERWARMER TYPE QSG
LET OP
Een kabel die niet is afgeschermd, kan leiden tot
een verstoorde communicatie in een EMC-onvriendelijke
omgeving.
Figuur 11 - Modbus aansluiting
4.5.2 Installatie van meerdere toestellen op één Smart
Controller of gebouwenbeheerssysteem
Een Smart Controller of gebouwenbeheerssysteem kan
meedere hybride units aansturen.
Raadpleeg hiervoor de handleidng van de smart controller.

4.6 Warmtepomp

LET OP
Zorg ervoor dat een warmtepomp wordt
aangesloten met het juiste vermogen, dat hoort bij de
hybride luchtverwarmer.
Gebruik voor de communicatie tussen de warmtepomp en
de hybride luchtverwarmer een kabel met dezelfde eisen
als bij de thermostaat in paragraaf 4.4.
PAS OP!
Verwissel the aansluitng naar de warmtepomp
en naar de thermostaat hierboven niet. Dit kan tot
onherstelbare schade aan de warmtepomp leiden!
Figuur 12 - Aansluiting voor warmtepomp in hybride
luchtverwarmer
.
2
In de warmtepomp zit een soortgelijke aansluiting. De
aansluitingen moeten corresponderen voor een goede
communicatie.
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave