4. Belfuncties
Opbellen
1. Voer het netnummer en telefoonnummer in. Als u een onjuist teken wilt verwijderen, selecteert u Wissen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale voorvoegsel (het +-teken
vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0
weg) en het telefoonnummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
3. Als u de oproep wilt beëindigen of het kiezen wilt onderbreken, drukt u op de toets Einde of selecteert u
Opties
> Beëindigen.
Snelkeuze
U kunt een telefoonnummer toewijzen aan één van de snelkeuzetoetsen, van 2 t/m 9. U kunt het nummer op
een van de volgende manieren kiezen:
• Druk op een snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
• Als
Snelkeuze
is ingesteld op Aan, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is
gekozen. Zie
Snelkeuze
Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze
U kunt opbellen door de naam uit te spreken van een persoon die in de lijst met contacten van de telefoon is
opgeslagen. Er wordt automatisch een spraakopdracht toegevoegd aan alle vermeldingen in de lijst met
contacten van de telefoon.
in
Bellen
op pagina 79.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
30