Instelling Papierformaat
wijzigen (alleen laders)
7
Als u de gewenste instellingen voor de papiersoort hebt
gewijzigd, drukt u op Start (Go) om te zorgen dat de printer
terugkeert in de werkstand Gereed.
8
Druk een pagina met menu-instellingen af om de wijzigingen te
controleren. Raadpleeg pagina 98 voor hulp.
De universeellader en de enveloppenlader beschikken niet over
automatische formaatdetectie. Als u een van deze laders vult met
papier, moet u de instelling Papierformaat bijwerken.
U wijzigt als volgt de instelling Papierformaat voor de universeellader
en de enveloppenlader:
1
Druk enkele malen op Menu totdat u het menu Papier ziet en
druk vervolgens op Selecteren (Select).
2
Druk op Menu totdat u Papierformaat ziet en druk vervolgens
op Selecteren (Select).
3
Druk enkele malen op Menu totdat u Formaat U-lader of Form
Env-lader ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select).
4
Druk op Menu om door een lijst met mogelijke papierformaten
te bladeren.
5
Als het gewenste papierformaat wordt weergegeven, drukt u op
Selecteren (Select) om het papierformaat op te slaan als de
standaardinstelling.
6
Druk op Start (Go) om te zorgen dat de printer terugkeert in de
werkstand Gereed.
7
Druk een pagina met menu-instellingen af om de wijzigingen te
controleren. Zie pagina 98 voor hulp.
Wat moet ik nu doen?
Taak
Configureren voor TCP/IP
Printerstuurprogramma's installeren
Ga naar pagina ...
102
105
Printerinstallatie controleren
101