Inhoudsopgave
Advertenties
10.3 Vloeistofpad indeling
Voorkeurslocatie van
reservoir
3
1
Afbeelding 6 - Vloeistofpad indeling
Slangbochten
Scherpe bochten in de slang vermijden.
1
Bochten in de slang moeten een radius hebben van ten minste vier keer de
slangdiameter.
Toevoer/afvoer slang
De afstand tussen reservoir, pompkop en vulnaald moet zo kort mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat er geen obstructies zijn die de vloeistofstroom in de slangleiding
kunnen verminderen.
Zorg ervoor dat alle vloeistofpad componenten sterk genoeg zijn om de voorspelde
leidingdruk te kunnen weerstaan.
2
Zorg er bij gebruik van een enkele toevoerslang voor dat de dwarsdoorsnede van de
toevoerslang groter is dan de gecombineerde dwarsdoorsnede van de slangen in de
pompkop.
Zorg ervoor dat de binnendiameter van de afvoerslang gelijk is aan of groter is dan
de slang in de pompkop. Gebruik bij het verpompen van viskeuze vloeistoffen
slangen met een binnendiameter die diverse malen groter is dan die van de
pompslang.
Minimaal vloeistofniveau
3
Plaats de pomp op of net onder het minimum niveau van de te verpompen vloeistof.
Dit garandeert optimale toestroom en maximale pompefficiëntie.
21
PF7/PF7+ peristaltische afvuller met QC14 pompkop gebruikershandleiding
Toevoer
2
Pompkop
Afvoer
1
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
