I n s t e l l i n g e n
en het gewenste toegangspunt te activeren. Selecteer
Actief
toegangspunt bew.
>
Alias voor
toegangspunt, geef een naam op om de
instellingen voor het toegangspunt te bewerken en selecteer OK.
Selecteer Packet-ggvnstoegangsp., voer de naam van het toegangspunt
(APN) in om een verbinding met een netwerk tot stand te brengen en
selecteer OK.
U kunt de instellingen voor de packet-gegevensdienst (naam van
toegangspunt) ook op de pc definiëren met behulp van de Nokia Modem
Options-software. Zie Nokia PC Suite op pagina 122. Als u de
instellingen op zowel de pc als de telefoon hebt gedefinieerd, worden de
instellingen van de pc gebruikt.
Gegevensoverdracht
U kunt uw agenda, contactgegevens en notities synchroniseren met een
ander compatibel apparaat (bijvoorbeeld een mobiele telefoon), een
compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst).
Partneroverzicht
U kunt de gegevens in uw telefoon alleen kopiëren of synchroniseren als
de naam en de instellingen van het apparaat zijn opgenomen in de lijst
met partners in Contacten. Als u gegevens ontvangt van een ander
apparaat (bijvoorbeeld een compatibele mobiele telefoon), wordt de
partner automatisch aan de lijst toegevoegd, op basis van de
contactgegevens van het andere apparaat.
Serversynchronisatie
en
PC-
synchronisatie
zijn de oorspronkelijke items in de lijst.
Als u een nieuwe partner (bijvoorbeeld een nieuw apparaat) aan de lijst
wilt toevoegen, selecteert u
Menu
>
Instellingen
>
Connectiviteit
>
Gegevensoverdracht
>
Opties
>
Overdr.contact toevoegen
>
Telefoonsynchronisatie
of
Telefoonkopie
en geeft u de instellingen voor
het betreffende type gegevensoverdracht op.
Als u de instellingen voor het kopiëren en synchroniseren van gegevens
wilt bewerken, selecteert u een contact in het partneroverzicht en
vervolgens
Opties
> Bewerken.
Als u een partner wilt verwijderen, selecteert u eerst een contact in het
partneroverzicht, vervolgens
Opties
>
Verwijderen
en antwoordt u
77