WAARSCHUWING!
ÿ
Verbrandings- en brandgevaar door hete
voorwerpen
Het apparaat en zijn aanraakbare delen zijn heet
tijdens het gebruik en gedurende het afkoelen.
Voorwerpen die in contact komen met hete
onderdelen worden zeer snel heet en kunnen
ernstige brandwonden veroorzaken (dit geldt vooral
voor metalen voorwerpen, zoals messen, vorken,
lepels, deksels of apparaatonderdelen).
Laat geen voorwerpen op het apparaat liggen.
X
Gebruik geschikte hulpmiddelen (pannenlappen,
X
thermische handschoenen).
2.5.1 Veiligheidsinstructies bediening
kookvelden
GEVAAR!
ÿ
Brandgevaar door onbewaakt kookveld
Olie of vet kan snel verhitten en ontvlammen.
Verhit olie of vet nooit zonder toezicht.
X
Blus olie- of vetbranden nooit met water.
X
Schakel het kookveld uit.
X
Verstik het vuur met bijv. een kookpotdeksel of
X
een branddeken.
GEVAAR!
ÿ
Explosiegevaar door ontvlambare vloeistoffen
Ontvlambare vloeistoffen in de buurt van
een kookveld kunnen ontploffen en ernstige
verwondingen veroorzaken.
Gebruik geen spuitbussen in de buurt van het
X
apparaat terwijl het in werking is.
Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen in de
X
buurt van een kookveld.
WAARSCHUWING!
ÿ
Verbrandingsgevaar door vrijkomen van hete
vloeistoffen
Als u tijdens het koken geen oogje in het zeil houdt,
kan het gebeuren dat het eten overkookt en dat er
hete vloeistoffen ontsnappen.
Houd steeds toezicht op alle kookprocessen.
X
Vermijd overkoken.
X
WAARSCHUWING!
ÿ
Verbrandingsgevaar door hete dampen
Vloeistoffen tussen de kookzone en de bodem
van de kookpot kunnen bij verdamping tot
brandwonden leiden.
Zorg ervoor dat de kookzone en de bodem van
X
de kookpot steeds droog zijn.
www.bora.com
OPGELET!
Beschadiging door suiker- en zouthoudende
levensmiddelen
Suiker- en zouthoudende levensmiddelen en
sappen op de hete kookzone kunnen de kookzone
beschadigen.
Let erop dat er geen suiker- en zouthoudende
X
levensmiddelen en sappen op de hete kookzone
terechtkomen.
Verwijder suiker- en zouthoudende
X
levensmiddelen en sappen onmiddellijk van de
hete kookzone.
2.6
Veiligheidsinstructies reiniging
en onderhoud
Het apparaat moet regelmatig worden
gereinigd. Verontreinigingen kunnen schade,
werkingsstoornissen of geurhinder veroorzaken. In
het ergste geval kan dit zelfs een bron van gevaar
worden.
Verwijder verontreinigingen onmiddellijk.
X
Gebruik bij het reinigen uitsluitend niet-schurende
X
reinigingsmiddelen om krassen en slijtage aan het
oppervlak te vermijden.
Zorg ervoor dat er bij het reinigen geen water in
X
het apparaat kan lopen. Gebruik enkel een licht
bevochtigde doek. Spuit het apparaat nooit met
water schoon. Binnendringend water kan schade
veroorzaken!
Gebruik geen stoomreiniger om te reinigen. De
X
stoom kan op spanningvoerende delen
terechtkomen en een kortsluiting alsook materiële
schade veroorzaken.
Neem alle instructies uit hoofdstuk "Reiniging en
X
onderhoud" in acht.
Speciale veiligheidsinstructies voor reiniging en
onderhoud van kookvelden
Reinig de kookvelden indien mogelijk na elk
X
kookproces.
Reinig kookvelden alleen wanneer ze afgekoeld
X
zijn.
2.7
Veiligheidsinstructies reparatie,
service en reserveonderdelen
Reparaties en servicewerkzaamheden mogen
i
alleen worden uitgevoerd door opgeleid
vakpersoneel dat de gebruikelijke nationale
voorschriften en aanvullende voorschriften van
de plaatselijke energieleveranciers kent en in
acht neemt.
Veiligheid
NL
7