Inhoudsopgave
Advertenties
2.4.3. VERIFICATIE VAN DE VEILIGHEIDSSCHAKELAAR
Controleer, na de aarding geverifieerd te hebben, of de differentieelschakelaar (ALS: AardLekSchakelaar)
goed werkt.
■
Sluit de multifunctionele controller op dezelfde wijze aan als voor een aardmeting.
■
Voer een RCD-test uit in de hellingmodus. Raadpleeg daarvoor de gebruikshandleiding van de
multifunctionele controller.
■
Reset in het geval van een driefasig leidingnet de differentieelschakelaar en voer opnieuw een test
uit met de rode draad aangesloten op de fase L2. Begin daarna opnieuw met de fase L3.
Laat aan het einde van de test de differentieelschakelaar open om de isolatietest zonder spanning te
kunnen uitvoeren.
2.4.4. ISOLATIEMETING
Deze test moet zonder spanning worden uitgevoerd. Er mag geen enkel controlelampje van de CA 6651
gaan branden.
■
Verbind alle klemmen L1, L2, L3 en N en voer een isolatiemeting t.o.v. de PE uit. Raadpleeg daarvoor
de gebruikshandleiding van de multifunctionele controller.
De isolatieweerstand moet hoger zijn dan 500kΩ voor een driefasig leidingnet van 230V en hoger dan
1MΩ voor een driefasig leidingnet van 400V.
2.4.5. CONTINUÏTEITSMETING
Deze test moet zonder spanning worden uitgevoerd. Er mag geen enkel controlelampje van de CA 6651
gaan branden.
■
Verbind de klem PE en de aarde van de installatie die het laadstation van stroom voorziet met de
multifunctionele controller en voer een continuïteitsmeting uit.
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de multifunctionele controller.
Vergeet niet om aan het einde van de test de differentieelschakelaar te resetten.
A
N.C.
/
12
SET UP
OFF
OK
Advertenties
Inhoudsopgave
