Inhoudsopgave
Advertenties
6.3.1 Probleemoplossen tijdens bewerking (vervolg)
Symptoom
Incorrecte
meetwaarden
Onstabiele
meetwaarden
Mogelijke oorzaak
Vochtigheid binnen de meetsonde/storende
elektronische onderdelen sensor
Controleer de elektronische onderdelen van de
sensor door de testcartridge te gebruiken
(paragraaf 7.2 op pagina
37).
Selecteer
1
SENSOR-SETUP>DIAG/TEST>SERVICE>
TEST CARTRIDGE>Testcartridge
Klaar? Druk op ENTER.
2
Vergelijk de weergegeven waarden met de
referentiewaarden. De weergegeven
waarden moeten binnen hetzelfde bereik
liggen als de referentiewaarden hieronder.
Wacht op stabilastie voordat u op ENTER
drukt:
AMMONIUM:
SIGNAL –237.0<(–226.2 mV)<–217.0
MEAS 2263.6<(2274.4 mV)<2283.6
REF 2450.6<(2500.6 mV)<2550.6
ENTER
KALIUM:
SIGNAL –10.0<(–2.9 mV)<10.0
MEAS 2490.6<(2497.7 mV)<2510.6
REF 2450.6<(2500.6 mV)<2550.6
ENTER
TEMPERATURE VALUES:
TEMP 24.5<(24.8 ºC)<25.5/
76.1<(76.6ºF)<77.9
ENTER
3
Als de gegevens van de testcartridge binnen
bereik liggen, zijn de elektronische
onderdelen van de sensor functioneel:
Testcartridge
OK
ENTER
Kaliumconcentraties te hoog (>700 mg/l; met
kleine ammoniumconcentraties)
Luchtbellen, diepte van onderdompeling
Vochtigheid bij de contacten van de
sensorcartridge
Sensormembraan beschadigd
Referentie-element beschadigd
Probleemoplossen
Corrigerende handelingen
Als de gegevens van de testcartridge niet
binnen bereik liggen, of als de controle van
de testcartridge niet succesvol is, dient u
contact op te nemen met onze
service-afdeling.
Schakel kaliumcompensatie uit
Controleer de installatie
Controleer de configuratie van de
reinigingseenheid
Droog de contacten met een doek, wat papier
of haardroger.
Controleer de doorzichtige dichting op
schade en of de dichting juist is geplaatst.
Schroef de sluitring op.
Opmerking: Gebruik de kap van de
opslagcontainer als een
gereedschap/schroefhulpmiddel voor de
sluitring.
Controleer installatie/vervang sensorcartrigde
Controleer installatie/vervang sensorcartrigde
35
Advertenties
Inhoudsopgave
