Inhoudsopgave
Advertenties
Bedrijf
4.6.3.5 Waardecorrectie
28
15. Het bericht
CAL COMPLETED OK
succesvol was.
Opmerking: In geval dat het meetbereik wordt overschreden, is een juiste
verdunning van het monster vereist.
Waardecorrectie biedt de optie om een matrix bij twee verschillende
concentatries te corrigeren.
Neem op verschillende dagen, verschillende monsters met
verschillende concentraties en voer van de monsters in het
laboratorium een analyse uit.
Opmerking: De concentraties moeten in het concentratiebereik van
minstens een half decimaal zijn.
1. Let op de twee weergegeven ammonium- en kaliumwaarde die
met de sensor op het tijdstip dat het monster werd genomen,
zijn gemeten.
2. Let daarna op de gemeten laboratorium-referentiewaarde van
ammonium.
Alle 3 de waarden vormen een correctiepunt.
3. Van de opgenomen waarden selecteert u de twee
correctiepunten met ammoniumconcentraties die zo ver
mogelijk van elkaar liggen.
4. Selecteer
CAL CONFIG.> CALIBRATE>VALUE CORR
menu en druk op
ENTER
Voer de 3 opgemerkte waarden in:
5. 1. NH4–N NH4D sc: Voer de weergegeven NH
voor het 1ste correctiepunt. Druk op
6. 1. K+ NH4D sc: Voer de weergegeven K+-waarde in voor het
1ste correctiepunt. Druk op
7. 1. NH4–N lab: Voer de gemeten
NH
–N-laboratorium-referentiewaarde in voor het 1ste
4
correctiepunt. Druk op
8. 2. NH4–N NH4D sc: Voer de weergegeven NH
voor het 2de correctiepunt. Druk op
9. 2. K+ NH4D sc: Voer de weergegeven K+-waarde in voor het
2de correctiepunt. Druk op
10. 2. NH4–N lab: Voer de gemeten
NH
–N-laboratorium-referentiewaarde in voor het 2de
4
correctiepunt. Druk op
Waardecorrectie is geactiveerd en wordt als
weergegeven.
. verschijnt als de kalibratie
om te bevestigen.
om te bevestigen.
ENTER
om te bevestigen.
ENTER
om te bevestigen.
ENTER
om te bevestigen.
ENTER
om te bevestigen.
ENTER
om te bevestigen.
ENTER
MATX2
van het
–N-waarde in
4
–N-waarde in
4
Advertenties
Inhoudsopgave
