15 Geluiden
Het beltoonvolume van de
handset instellen
U kunt voor de beltoon 5 volumeniveaus
instellen of progressief (
zeggen dat de beltoon zacht begint en luider
wordt als de oproep niet wordt beantwoord.
1
Selecteer [Menu] >
druk op [OK] om te bevestigen.
2
Selecteer een volumeniveau en druk
vervolgens op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Opmerking
•
Het beltoonvolume is uitgeschakeld als deze op het
laagste niveau is ingesteld.
De beltoon van de handset
instellen
U kunt kiezen uit 15 beltonen.
1
Selecteer [Menu] >
druk op [OK] om te bevestigen.
2
Selecteer een lijn ([Vaste lijn]/[Mobiel
1]/[Mobiel 2]) om een nieuwe beltoon toe
te wijzen.
3
Selecteer een beltoon en druk vervolgens
op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
) selecteren. Dat wil
> [Belvolume] en
> [Beltonen] en
Opmerking
•
U kunt uw eigen beltonen vanaf een computer
overbrengen met de [Philips Phone Manager]-software.
•
U kunt beltonen aan specifieke contactpersonen
toewijzen om deze te identificeren (zie 'Een eigen
melodie instellen' op pagina 26).
Het geluidsprofiel instellen
U kunt het geluid van het oordopje of de
handsfree-modus instellen met 5 verschillende
profielen.
1
Selecteer [Menu] >
en druk op [OK] om te bevestigen.
2
Selecteer een profiel en druk vervolgens
ter bevestiging op [OK].
» De instelling wordt opgeslagen.
Het geluidsprofiel openen tijdens een
oproep
Druk eenmaal of enkele keren op [Geluid] om
het geluidsprofiel tijdens een oproep te wijzigen.
De toetstoon instellen
De toetstoon is het geluid dat u hoort wanneer
u op een toets van de handset drukt.
1
Selecteer [Menu] >
druk op [OK] om te bevestigen.
2
Selecteer [Aan]/[Uit] en druk vervolgens
op [OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
De stationstoon instellen
De stationstoon is het geluid dat klinkt wanneer
u de handset op het basisstation of de lader
plaatst.
> [MySound Pro]
> [Toetstoon] en
NL
43