ComputerZender
FC - 16
Voor de instelling van het hoogteroer-aandeel de
CURSOR-toetsen zolang indrukken tot de kleine pijl
van de master-functie op CH2 staat. Hoogteroer-
knuppel geheel naar voren duwen. De roeren moeten
nu een gelijke beweging naar beneden uitvoeren.
Gaan ze echter naar boven, dan moet u de mixrichting
ompolen: breng de CURSOR op "+" en verander de
mixrichting m.b.v. de DATA- toetsen. Om de uitslagen
van de hoogteroer-functie te veranderen moet u de
CURSOR op "%" zetten.
V-staart, mixer (v-tail) VTAL
Met deze functie kunnen modellen met een zgn. v-
staart bestuurd worden. Hierbij worden de 2 roeren
aan de staart zowel als richtings- als hoogteroer
gebruikt. Bij het bedienen van de richtingsroer-knuppel
bewegen de roeren tegengesteld, terwijl ze bij het
bedienen van de hoogteroer-knuppel evenwijdig
bewegen. Voor elk roer moet een aparte servo
ingebouwd zijn, aansluiting aan de ontvanger-
uitgangen 2 + 4. De uitslagen voor de richtingsroer- en
hoogteroer-functie kunnen apart ingesteld worden, de
mixrichting kunt u ompolen.
De functie VTAL kan niet samen met de functie
ELEVON gebruikt worden.
Instelling:
Mixer activeren. Voor het instellen van het hoogteroer-
aandeel moet de hoogteroer-knuppel geheel naar u
toe gehaald worden. Gaan de beide roeren niet
dezelfde kant op dan moet u in de functie servo-
ompoling (REV) een van de beide servo's ompolen.
Als de twee roeren niet naar boven, maar naar
beneden gaan, dan moet de mixrichting omgepoold
worden: CURSOR op "+" zetten, met de DATA-
toetsen de mixrichting ompolen.
Voor het instellen van het richtingsroer-aandeel de
CURSOR zo lang indrukken tot de kleine pijl van de
master-functie bij CH4 staat. Richtingsroer-knuppel
geheel naar links brengen, het -van achteren gezien-
rechtse roer moet omhoog gaan en het -van achteren
gezien-linkse roer moet naar beneden gaan. Is dit niet
het geval, de CURSOR op "%" brengen en de
mixrichting met de DATA- toetsen ompolen.
Flaperon-trimming (Flap-trim) FLTR
Deze functie hoort bij de functie FLAPERON en biedt
als extra mogelijkheid om de werking van de
schuifregelaar in te stellen. Beide rolroeren moeten
altijd in de welfkleppen-functie een even grote uitslag
hebben, om te voorkomen dat het model een bocht
gaat uitvoeren. Daarom moet u er ook altijd goed op
letten dat de aansturingen van de beide rolroeren
mechanisch gezien identiek zijn.
- 37 / 51 -
Samengesteld door: Model-Racing.nl