Naaistoring opheffen
De machine slaat steken over
De naald is niet goed ingezet.
Er is een onjuiste naald ingezet.
De naald is krom of bot.
De machine is niet goed ingeregen.
De naald is te dun voor het garen.
De bovendraad verknoopt
Zie bovenstaande redenen.
Bij te strakke draadspanning.
Bij slechte kwaliteit naaigaren, of te lang
bewaard en uitgedroogd garen.
Bij te dik garen.
De naald breekt af
De naald is niet hoog genoeg tot de
aanslag ingezet.
De naald is krom.
De naald is te dun of te dik.
Door trekken of duwen aan de stof is de
naald verbogen en staat op de steekplaat.
Het spoelhuis is niet juist ingezet.
De naad is niet regelmatig
De spanningen zijn veranderd.
Te dik, onregelmatig of te hard garen.
De onderdraad is ongelijk opgespoeld.
Grote lussen onder of boven de stof.
40
Naald tot aanslag omhoog schuiven,
platte kant naar achteren.
Naaldsysteem 130/705 H inzetten.
Nieuwe naald inzetten.
Inrijgpad controleren.
Dikkere naald inzetten.
Zie hierboven.
Draadspanning controleren.
Uitsluitend goede kwaliteit garen
gebruiken.
Naald met lang oog inzetten (systeem
130 N).
Naald opnieuw tot aan de aanslag
schuiven.
Nieuwe naald inzetten.
Nieuwe naald inzetten.
De machine alleen laten transporteren,
of zelf alleen de stof sturen.
Bij het inzetten de spoel tot de aanslag
op de as van de grijper schuiven.
Boven- en onderdraadspanning
controleren.
Uitsluitend goede kwaliteit naaigaren
gebruiken.
Niet uit vrije hand spoelen, maar de
draad door de spoelvoorspanning
leiden.
Opnieuw en goed inrijgen. Boven- en
onderdraadspanning controleren.