4. Als er een opname op het LCD-scherm van de camera wordt getoond:
•
Als u één of meer opnames wilt afdrukken, selecteert u met
u wilt afdrukken. Met
vervolgens op
afdrukken en drukt u op
•
Als u een groep opnames wilt afdrukken of de afdrukinstellingen wilt veranderen,
drukt u op
Markeer de gewenste optie.
•
Printerinstellingen—Specificeert papierformaat, afdrukformaat en kwaliteit,
en of u al dan niet een witte rand om de foto wilt. Met
afdrukoptie; met
bent met het instellen van de afdrukopties, drukt u op
•
Alles afdrukken—Maakt één afdruk van elke opname. Druk op
de instructies op de camera om het afdrukken te starten.
•
Index afdrukken—Drukt miniatuurweergaven van alle opnames af. Druk op
om het afdrukken te starten.
•
Favorieten afdrukken—Drukt een exemplaar af van elke opname die als
Favoriet is gemarkeerd. Druk op
is alleen beschikbaar als u minstens één opname hebt gemarkeerd als
Favoriet (zie
•
Afdrukken annuleren—Stopt het afdrukken van alle opnames die nog niet
afgedrukt waren. Druk op
5. Als de printer klaar is met het afdrukken van de opnames, kunt u de camera losmaken
van de printer.
Opmerking
Als u de camera aansluit op een printer die niet van HP is en u
problemen hebt met het afdrukken, neemt u contact op met de fabrikant van de
printer. HP biedt geen klantondersteuning voor printers die niet van HP zijn.
specificeert u hoeveel afdrukken u wilt maken. Druk
. In het menu Afdrukopties markeert u Deze opname nu
.
, markeert u Menu Afdrukken... en drukt u nogmaals op
verandert u de geselecteerde afdrukoptie. Als u klaar
"Opnames markeren als favorieten" op pagina
, markeer Ja en druk nog eens op
Opnames rechtstreeks op een printer afdrukken.
.
om het afdrukken te starten. Deze optie
een opname die
.
selecteert u een
en volg
21).
.
27