Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Handleiding Voor Papier En Speciaal Afdrukmateriaal; Richtlijnen Voor Afdrukmateriaal; Kenmerken Afdrukmateriaal - Lexmark C530 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor C530:
Inhoudsopgave

Advertenties

Handleiding voor papier en speciaal
afdrukmateriaal

Richtlijnen voor afdrukmateriaal

Kenmerken afdrukmateriaal

De volgende kenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Houd rekening
met deze kenmerken wanneer u een nieuw type afdrukmateriaal overweegt.
Gewicht
2
De printer kan automatisch afdrukmateriaal met een gewicht van 60 tot 176 g/m
met vezels in lengterichting invoeren.
2
Afdrukmateriaal dat lichter is dan 60 g/m
is mogelijk niet stevig genoeg om correct te worden ingevoerd, waardoor
2
papierstoringen kunnen optreden. Gebruik voor de beste prestaties afdrukmateriaal van 90 g/m
met vezels in de
2
lengterichting. Voor papier dat kleiner is dan 182 x 257 mm raden wij u afdrukmateriaal aan van 90 g/m
of zwaarder.
Krullen
Krullen is de neiging van afdrukmateriaal om bij de randen om te buigen. Als afdrukmateriaal te veel krult, kan dat
problemen opleveren bij het invoeren. Afdrukmateriaal kan omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is
blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u afdrukmateriaal in hete, vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de
verpakking of in de laden bewaart, kan het materiaal omkrullen voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen
veroorzaken.
Gladheid
De gladheid van afdrukmateriaal is rechtstreeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Als afdrukmateriaal te ruw is, wordt
toner er niet goed op gefixeerd. Te glad afdrukmateriaal kan invoerproblemen of problemen met de afdrukkwaliteit
veroorzaken. Gebruik afdrukmateriaal met een gladheid tussen de 100 en 300 Sheffield-punten. Een gladheid tussen de
150 en 200 Sheffield-punten geeft echter de beste afdrukkwaliteit.
Vochtgehalte
De hoeveelheid vocht in afdrukmateriaal is van invloed op de afdrukkwaliteit en bepaalt tevens of het afdrukmateriaal goed
door de printer kan worden gevoerd. Laat het afdrukmateriaal in de originele verpakking tot u het gaat gebruiken. Het
afdrukmateriaal wordt zo min mogelijk blootgesteld aan veranderingen in luchtvochtigheid, die nadelig kunnen zijn voor
de prestaties.
Laat het afdrukmateriaal gedurende 24 tot 48 uur vóór het afdrukken in de originele verpakking en in dezelfde omgeving
als de printer acclimatiseren. Verleng de acclimatiseringsperiode met enkele dagen als de opslag- of transportomgeving
erg afwijkt van de printeromgeving. Dik afdrukmateriaal kan een langere acclimatiseringsperiode nodig hebben.
Vezelrichting
Deze term heeft betrekking op de richting van de vezels in een vel afdrukmateriaal. Vezels lopen in de lengterichting of in
2
de breedterichting van het afdrukmateriaal. Voor afdrukmateriaal van 60 tot 90 g/m
zijn vezels in de lengterichting het
beste.
Vezelgehalte
Kwalitatief hoogwaardig kopieermateriaal bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Afdrukmateriaal
met deze samenstelling is zeer stabiel, zodat er minder problemen optreden bij de invoer en de afdrukkwaliteit beter is.
Als afdrukmateriaal andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C532C534

Inhoudsopgave