Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Rijden inschakelen
Als het lampje brandt, betekent
dit dat de arm net voorbij
een van beide achterwielen
is gedraaid en de rijfunctie is
uitgeschakeld.
Houd om te rijden de rijschakelaar naar een
van beide zijden vast en verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Houd er rekening mee dat de machine kan gaan
rijden in de richting die tegengesteld is aan de
richting waarin de rij- en stuurbedieningen worden
bewogen.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen
op de platformbediening en het rijchassis om de
rijrichting van de machine te bepalen.
Rijsnelheid kiezen
•
Symbool ‚machine op helling': laag
snelheidsbereik voor verbeterde
smoorklepregeling bij verminderde rijsnelheid.
•
Symbool 'machine op horizontale ondergrond':
hoge snelheid voor maximum rijsnelheid.
52
Functiesnelheidsregelaar
1 Beweeg de
schakelaar naar
links om de
functiesnelheden
voor jib op/neer,
platformrotatie
en primaire arm
uit-/inschuiven te
verlagen.
2 Beweeg de
schakelaar naar
rechts om de
functiesnelheden
voor jib op/neer,
platformrotatie
en primaire arm
uit-/inschuiven te
verhogen.
Opmerking: Telkens wanneer de
functiesnelheidsregelaar wordt bewogen, nemen
de functiesnelheden met 5% toe of af. Ook kan de
snelheidsregelaar in een van de richtingen worden
vastgehouden voor het verhogen of verlagen van
de functiesnelheid.
AC-omvormer (indien aanwezig)
De omvormer levert
voeding aan het platform
wanneer de externe AC-
voeding is verwijderd.
Sluit de kabel voor
voeding naar het
platform aan op de
voedingskabel van de
omvormer.
Beweeg de omvormerschakelaar omhoog om de
omvormer in te schakelen. Beweeg de schakelaar
omlaag om de omvormer uit te schakelen. Alle
armfuncties werken wanneer de omvormer in
gebruik is.
®
®
Z
-45 FE • Z
-45 DC
Eerste uitgave • Eerste druk
Code 1294784DUGT