Eerste uitgave • Eerste druk
Test de stuurinrichting
41 Druk de voetschakelaar in.
42 Druk de duimschakelaar op de rij-joystick in de
richting aangegeven door de blauwe driehoek
op het bedieningspaneel OF beweeg de
joystick langzaam in de richting aangegeven
door de blauwe driehoek.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting
te draaien waarin de blauwe driehoeken op het
rijchassis wijzen.
43 Druk de duimschakelaar in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het
bedieningspaneel OF verplaats de rij-joystick
langzaam in de richting aangegeven door de
gele driehoek.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting
te draaien waarin de gele driehoeken op het
rijchassis wijzen.
Test het rijden en de remmen
44 Druk de voetschakelaar in.
45 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
die wordt aangegeven door de blauwe pijl op
het bedieningspaneel tot de machine gaat
rijden en zet de joystick vervolgens weer in de
middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te
verplaatsen in de richting waarin de blauwe pijl
op het rijchassis wijst en vervolgens abrupt te
stoppen.
46 Verplaats de joystick langzaam in de richting
die wordt aangegeven door de gele pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
verplaats de joystick vervolgens weer naar de
middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te
verplaatsen in de richting waarin de gele pijl
op het rijchassis wijst en vervolgens abrupt te
stoppen.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de
machine tegen te houden op elke helling die door
de machine kan worden genomen.
Code 1294784DUGT
Rij-inschakelsysteem testen
47 Druk de voetschakelaar in en laat de arm neer
in de transportstand.
48 Roteer de draaitafel totdat de primaire
arm voorbij een van de achterwielen wordt
bewogen.
Resultaat: Het
indicatielampje 'rijden
ingeschakeld' dient te
gaan branden en te
blijven branden zolang
de arm zich in het
aangegeven bereik
bevindt.
49 Verplaats de rij-joystick uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie mag niet in werking
treden.
50 Houd de rij-tuimelschakelaar naar een van
beide zijden vast en verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie moet in werking treden.
Opmerking: Als het rij-inschakelsysteem in gebruik
is, kan de machine gaan rijden in een richting die
tegengesteld is aan de richting waarin de joystick
voor rijden en sturen wordt bewogen.
Gebruik de kleurgecodeerde
richtingpijlen op de
platformbediening en het
rijchassis om de rijrichting te
bepalen.
Z
®
-45 FE • Z
®
-45 DC
Bedieningshandleiding
Inspecties
Blauw
Geel
37