2.4 De claxon
Zo gebruikt u de claxon:
• Druk op de toets Claxon.
De claxon is hoorbaar zo lang de toets ingedrukt wordt gehouden.
2.5 Zitinstelling
De in dit hoofdstuk beschreven instelmogelijkheden zijn optioneel. Niet iedere rolstoel heeft alle
opties. U kunt alleen de opties selecteren die daadwerkelijk beschikbaar zijn voor deze rolstoel.
Bij de zitinstellingsmodus wisselt de functie van de joystick van rijden naar de keuze van het
instellingsprofiel van de zitting c.q. instelling van de zitcomponenten.
De instellingen van de zitting kunnen alleen bij een stilstaande rolstoel worden uitgevoerd.
Indien u reeds eerder instellingen aan de zitting heeft uitgevoerd, bevindt u zich bij een
wissel naar de zitinstellingsmodus automatisch in het laatst gebruikte instellingsprofiel.
Het betreffende actieve profiel wordt in de aanduiding Instellingsprofiel van de zitting
weergegeven.
Zo wisselt u naar de bedrijfsmodus van de zitinstelling:
• Druk op de toets Zitinstelling.
• De rijprofielaanduiding gaat uit.
• De aanduiding van het laatst gebruikte zitinstellingsprofiel brandt.
U bevindt zich nu in het weergegeven zitinstellingsprofiel.
Zo gaat u naar het volgende zitinstellingsprofiel:
• Druk op de toets Volgende zitinstellingsprofiel of
/
• beweeg de joystick naar rechts.
Zo gaat u naar het vorige zitinstellingsprofiel:
• Druk op de toets Vorige zitinstellingsprofiel of
/
• beweeg de joystick naar links.
Zo wisselt u naar de rijmodus:
• Druk op de toets Rijmodus.
• De aanduiding van het zitinstellingsprofiel gaat uit.
• De aanduiding rijprofiel brandt en geeft het laatst ingestelde rijprofiel aan.
Er kan met de rolstoel worden gereden.
Zitinstelling
10