Inhoudsopgave
Advertenties
DOL 535 • DOL 539
Teveel voer
Voerverbruik is afgenomen
Niet genoeg voer bij start
(pan- en kettingvoedering)
Teveel voer na stop
(pan- en kettingvoedering)
60
Het alarm houdt continu in de gaten of er binnen een tijdsinterval te veel voer
aan de stal wordt geleverd.
Een systeem kan een bepaalde hoeveelheid voer per tijdseenheid leveren, af-
hankelijk van de grootte van de toevoervijzels en dwarsvijzels.
Instructies voor het instellen van de alarmlimieten:
Zoek de maximale hoeveelheid geleverd voer in de voerreferentie. Vermenig-
vuldig het getal met het aantal dieren in de stal. Deel door 1000 voor een getal
in kg. Dit getal geeft het verbruik per 24 uur aan. Stel de alarmlimiet in op ver-
bruik x 2,5.
Bijv.:
Aantal vogels = 45000
Max. voerhoeveelheid = 156 g (42 dagen)
(voer/dierreferentie)
Kg per 24 uur = 45000 x 156 / 1000 = 7020 kg
Alarmlimiet = kg per 24 uur x 2,5 (24 x 60) (min. per 24 uur) = 12,2 kg/min.
Stel de bewakingstijd in op bijvoorbeeld 30 minuten.
Het alarm wordt geactiveerd als het voerverbruik gedurende 30 minuten meer
is dan 12,2 x 30 = 336 kg.
Als het alarm wordt geactiveerd zonder dat er een fout is opgetreden, moet de
bewakingstijd worden verlengd tot bijvoorbeeld 1 uur.
Dit alarm kan aan het begin van een ronde automatisch worden uitgeschakeld
door een startdag in te stellen.
Dit alarm kan aan het begin van een batch automatisch worden afgesloten
door een
in te stellen.
Startdag
Het alarm vergelijkt voortdurend de voorgaande 24 uur met de huidige 24 uur
en veroorzaakt een alarm als het verbruik meer dan het ingestelde percentage
afwijkt.
Het alarm moet ervoor zorgen dat het voersysteem in orde is wanneer het voe-
deren na een stop wordt hervat.
In de regel moet de alarmlimiet worden ingesteld op 10 kg (
gegeven controle-interval
Bij kettingvoedering mag de bewakingstijd niet langer zijn dan de tijd voor een
kettingrotatie.
Er wordt een alarm geactiveerd als het verbruik aan het begin van een voeder-
periode (of aan het begin van de kettingvoedering) lager is dan aangegeven in
de geselecteerde periode (
Kan gedurende de eerste dagen van een ronde automatisch worden uitge-
schakeld (
Dagnr. Begin controle
De productiecomputer controleert of er na afloop van een voederperiode te
veel voer door de voerweger is gegaan (panvoedering) of dat de ketting één
keer is doorlopen. Een te hoog waterverbruik kan erop wijzen dat er iets mis is.
De dwarsvijzeltanks worden bijgevuld aan het einde van een voedering. Het ty-
pe containers en hoeveel ze worden gevuld voordat het voederen stopt, be-
paalt hoeveel voer er wordt bijgevuld.
Er wordt een alarm geactiveerd als het verbruik na een voederperiode (of wan-
neer de kettingvoedering stopt) hoger is dan de (
).
Tijd voor alarmcontrole
).
Max. voerverbruik na stop
Voerverbruik in
).
Gebruikershandleiding
).
Advertenties
Inhoudsopgave
