6 Alarmen
Alarmen werken alleen als de status
De enige uitzonderingen zijn alarmtest en alarmen voor CAN-communicatie en temperatuurbe-
waking voor
6.1 Een alarmsignaal stoppen
Het alarmvenster verdwijnt en het alarmsignaal stopt wanneer u het alarm bevestigt door op
ken.
Gebruikershandleiding
Lege stal
.
Wanneer zich een alarm voordoet, registreert de stalcomputer
het type alarm en het tijdstip waarop het zich voordeed.
De informatie over het type alarm wordt weergegeven in een
apart alarmvenster, samen met een korte beschrijving van de
alarmsituatie.
Het alarmrelais wordt alleen geactiveerd door harde alarmen.
Zachte alarmen laten een pop-up in de display verschijnen.
Rood: actief alarm
Geel: actieve waarschuwing
Grijs: gedeactiveerd alarm (alarmtoestand beëindigd)
Er zijn twee soorten alarmen:
Hard alarm: Rood pop-upalarm op de computer en alarmering
met de aangesloten alarmeenheden, bijv. een claxon
Zacht alarm: Gele pop-upwaarschuwing op de computer.
In het alarmmenu kan worden geselecteerd of sommige kli-
maat- en productiealarmen hard of zacht moeten zijn.
De computer zal ook een alarmsignaal activeren, dat u kunt kie-
zen om vast te houden.
Het alarmsignaal blijft dus klinken totdat u het alarm bevestigt.
Dit geldt ook als de situatie die het alarm heeft doen afgaan, is
gestopt
Alarmen vastgehouden:
: Het signaal gaat door nadat de alarmsituatie is beëindigd.
JA
NEE
De computer kan u herinneren aan een lopende alarmsituatie
zodra u een hard alarm heeft bevestigd. Dit om ervoor te zor-
gen dat de oorzaak van het alarm wordt aangepakt.
Instellingen voor herinneringen:
Alarmtijd:
worden weergegeven.
Herhalingen:
den weergegeven.
is.
Actieve stal
: Het signaal stopt nadat de alarmsituatie is beëindigd.
Instellen hoelang na het alarm de herinnering moet
Instellen hoeveel keer de herinnering moet wor-
DOL 535 • DOL 539
te druk-
Bevestigen
57