De maximaal mogelijke laadstroom is afhankelijk van het accutype en het cellenaantal. Het max. laadver-
mogen bedraagt 80 W.
Bevestig de ingestelde laadstroom met de knop "START".
• Het aantal cellen rechtsonder op het scherm knippert. Stel het aantal cellen met de knoppen "+" en "–" in. Voor een
snelle instelling dient u de betreffende knop langer ingedrukt te houden.
Bevestig het aantal cellen met de knop "START".
• Wanneer er geen enkele weergave meer knippert, start u het opladen door de knop "START" langer ingedrukt te
houden (ong. 3 seconden).
• Het laadapparaat controleert nu de aangesloten accu. Bij een fout wordt
een waarschuwingssignaal uitgestuurd en de overeenkomstige informatie
op het scherm weergegeven. Met de knop "STOP" beëindigt u het waar-
schuwingssignaal; u komt weer terug in het vorige instelmenu.
• Het opladen begint. Op het scherm verschijnt er diverse informatie over de
actuele vooruitgang van het laden.
Linksboven wordt het accutype en het cellenaantal aangegeven ("Pb6" =
loodaccu met 6 cellen), boven in het midden de laadstroom en rechtsboven
de huidige accuspanning.
Linksonder staat het actuele accuprogramma ("CHG" = "CHARGE"), in het midden de verstreken laadduur en
rechts daarnaast de opgeladen capaciteit in mAh.
Tijdens het laad-/ontlaadproces kunt u door meerdere keren op de knop "–" te drukken, diverse gegevens
op het scherm weergeven (zie hoofdstuk 20). Als er gedurende enkele seconden op geen enkele knop
wordt gedrukt, keert het laadapparaat terug naar de normale weergave.
• Nadat het opladen is voltooid, weerklinkt een geluidssignaal (mits deze optie niet werd uitgeschakeld).
Als u het opladen voortijdig wilt stoppen, drukt u op de knop "STOP".
32
BATTERY CHECK
PLEASE WAIT...
Pb6
1.0A 12.3V
CHG 022:45 00690