16. Voorgeschreven spanningsuitgang
Het laadapparaat biedt de mogelijkheid om de laaduitgang (beide uitgangsbussen van 4 mm), zoals een normaal
regelbare stekkertransformator te gebruiken.
Het laadapparaat levert in dit geval aan de uitgangsbussen een gelijkspanning, een instelling tussen 5,0 V/DC tot
24,0 V/DC is mogelijk. De uitgangsstroom kan tussen 0,1 tot 10,0 A ingesteld worden. Let op dat de maximale uit-
gangsstroom niet mogelijk is bij maximale spanning; het laadapparaat kan max. 80 W leveren.
Let op, belangrijk!
Als deze functie wordt gebruikt, sluit u in geen geval een accu aan beide uitgangsbussen van het laadap-
paraat aan.
Voor u deze functie activeert en een uitgangsspanning en uitgangsstroom instelt, ontkoppelt u in elk geval
een aangesloten accu van het laadapparaat.
Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Ga als volgt te werk:
• Ontkoppel eerst een aangesloten accu van het laadapparaat (zowel van de 4 mm-uitgangsbus als van de balancer-
aansluiting).
• Het laadapparaat moet zich in het hoofdmenu bevinden. Kies hier met de
knop "STOP" of "–" de functie "Digital Power", zie afbeelding rechts.
• Bevestig de keuze met de knop "START".
• Op het display verschijnt de aanduiding "POWER MODE". Linksonder op
het scherm wordt de ingestelde uitgangsstroom weergegeven, rechts daar-
naast de uitgangsstroom.
• Om de uitgangsstroom en uitgangsspanning in te stellen, drukt u kort op de knop "START". De waarde van de
uitgangsstroom begint te knipperen.
• Verander de uitgangsstroom met de knopp "+" of "–". Voor een snelle instelling dient u de betreffende knop langer
ingedrukt te houden.
• Druk kort op de knop "START" en de uitgangsspanning knippert.
• Verander de uitgangsspanning met de knop "+" resp. "–". Voor een snelle instelling dient u de betreffende knop
langer ingedrukt te houden.
• Druk kort op de knop "START", de weergave stopt met knipperen.
• Houd de knop "START" langer ingedrukt (ca. 3 seconden) en het laadapparaat activeert de vaste spanningsuit-
gang. Een geluidssignaal weerklinkt (indien dit in het instelmenu niet werd uitgeschakeld). Bovendien begint de
ventilator te werken.
Op het scherm worden de huidige stroomopname ("CURRENT") en de uit-
gangsspanning ("VOLTAGE") weergegeven.
Lichte schommelingen bij de weergave van spanning/stroom zijn
normaal (meettechnisch bepaald). Bovendien wordt daarom ook
een (lagere) uitgangsstroom weergegeven wanneer aan de uit-
gang niets is aangesloten.
40
PROGRAM SELECT
Digital Power
POWER MODE
1.0A
CURRENT
VOLTAGE
12.0V
0.52A
12.0V