• Om een waarde te veranderen, drukt u op de knop "START". De ontlaadsluitspanning per cel knippert. Stel deze
spanning met de knoppen "+" of "–" in. Voor een snelle instelling dient u de betreffende knop langer ingedrukt te
houden.
De hier ingestelde ontlaadsluitspanning geldt per cel. De totale spanning van de aangesloten accu wordt
na het instellen van het cellenaantal (zie verder onderaan) automatisch berekend en rechtsonder op het
scherm weergegeven.
Bevestig de ontlaadsluitspanning met de knop "START".
• De ontlaadstroom linksonder op het scherm knippert. Verander de ontlaadstroom met de knopp "+" of "–". Voor een
snelle instelling dient u de betreffende knop langer ingedrukt te houden.
De maximaal mogelijke ontlaadstroom is afhankelijk van het accutype en het cellenaantal. Het max. ont-
laadvermogen van het laadapparaat bedraagt 5 W en begrenst zo de ontlaadstroom.
Bevestig de ontlaadstroom met de knop "START".
• Het aantal cellen rechtsonder op het scherm knippert. Stel het aantal cellen met de knopp "+" en "–" in. Voor een
snelle instelling dient u de betreffende knop langer ingedrukt te houden.
Afhankelijk van het aantal cellen en de ingestelde ontlaadsluitspanning per cel (zie boven) wordt de totale
spanning van de aangesloten accu (bij het einde van het ontladen) automatisch berekend (bij tweecellige
lithiumaccu bv. 6,0 V).
Bevestig het cellenaantal met de knop "START" en het indicatielampje stopt met knipperen.
• Wanneer er geen enkele weergave meer knippert, houdt u de knop "START" langer ingedrukt (ong. 3 seconden)
om het ontladen te starten.
• Na de start van de ontlaadprocedure verschijnen in het scherm diverse ge-
gevens over de actuele voortgang.
Linksboven wordt het accutype en het cellenaantal aangegeven ("Li3S"
= Lithium-accu met 3 cellen), boven in het midden de ontlaadstroom en
rechtsboven de huidige accuspanning.
Linksonder staat het actuele accuprogramma ("DSC" = accu ontladen), in het midden de verstreken ontlaadduur en
rechts daarnaast de ontladen capaciteit in mAh.
Een meercellige accu moet bij het ontladen ook altijd via de balan-
ceraansluitingen met het laadapparaat zijn verbonden.
Hier kunt u tijdens het ontladen door meermaals op de knop "+"
te drukken tussen de normale weergave en de weergave van de
celspanningen omschakelen.
Bij 5- of 6-cellige accu's drukt u nogmaals op de knop "+" om tussen de weergave van cel 1/2/3/4 en 5/6
om te schakelen.
• Nadat het ontladen is voltooid, weerklinkt een geluidssignaal (mits deze optie niet werd uitgeschakeld).
Als u het ontlaadproces voortijdig wilt stoppen, drukt u op de knop "STOP".
24
Li3S
1.0A 12.3V
DSC 012:43 00252
C1:3.83 C2:3.78
C3:3.80 C4:3.81