c) Automatische laadmodus ("CHARGE Aut")
Bij de automatische laadmodus controleert het laadapparaat de toestand van
de aangesloten accu (bv. in binnenweerstand) en berekent daaruit de laad-
stroom. U moet een bovengrens voor de laadstroom instellen zodat de accu
door een te hoge laadstroom niet beschadigd wordt.
Afhankelijk van de accu en diens binnenweerstand kunnen in het accuprogramma "CHARGE Aut" o.m. korte laadtij-
den worden bereikt dan bij het accuprogramma "CHARGE Man" (hoofdstuk 12 b).
Ga om in te stellen of te bedienen te werk zoals bij het accuprogramma "CHARGE Man" (hoofdstuk 12. b).
Het enige verschil is dat niet de daadwerkelijke laadstroom wordt ingesteld, maar de grenswaarde voor de
maximale laadstroom die het laadapparaat omwille van veiligheidsredenen niet mag overschrijden.
d) Accu ontladen ("DISCHARGE")
Dit accuprogramma kan worden gebruikt om deels geladen NiMH-/NiCd-accu's in een gedefinieerde uitgangstoe-
stand te brengen of om een meting van de accucapaciteit uit te voeren.
Speciale NiCd-accu's mogen niet in deels opgeladen toestand opnieuw worden opgeladen aangezien de capaciteit
hierbij kan verlagen (Memory-effect).
De maximaal mogelijke ontlaadstroom is afhankelijk van het accutype, de accucapaciteit en het cellen-
aantal. Het max. ontlaadvermogen van het laadapparaat bedraagt 5 W. Dit begrenst de max. mogelijke
ontlaadstroom bij accu's met meer cellen.
Ga voor het ontladen van een NiMH- of NiCd-accu als volgt te werk:
• Stel het accutype in (NiMH of NiCd), zoals beschreven in hoofdstuk 12. a)
en kies het accuprogramma "DISCHARGE".
Linksboven in het scherm wordt het ingestelde accutype weergegeven
(NiMH-of NiCd), rechts daarnaast het accuprogramma.
De waarde linksonder geeft de huidig ingestelde ontlaadstroom weer, de waarde rechtsonder staat voor de
uitschakelspanning aan het einde van het ontlaadproces.
Met de knoppen "+" of "–" kan een ander accuprogramma worden gekozen; met de knop "STOP" keert u
terug naar het hoofdmenu.
• Om de waarde voor de ontlaadstroom en de uitschakelspanning te wijzigen, drukt u kort op de knop "START". De
ontlaadstroom knippert.
• Stel met de knoppen "+" resp. "–" de ontlaadstroom in. Voor een snelle instelling dient u de betreffende knop langer
ingedrukt te houden.
De maximaal mogelijke ontlaadstroom is afhankelijk van het accutype en het cellenaantal. Het max. ont-
laadvermogen van het laadapparaat bedraagt 5 W.
• Druk kort op de knop "START" en de uitschakelspanning knippert.
• Stel de uitschakelspanning met de knoppen "+" en "–" in. Voor een snelle instelling dient u de betreffende knop
langer ingedrukt te houden.
• Druk kort op de knop "START" om de instelling te bevestigen.
Ga zoals hierboven beschreven te werk om de ontlaadstroom of de uitschakelspanning nogmaals te veranderen,
indien gewenst.
28
NiMH CHARGE
CUR LIMIT
NiMH DISCHARGE
0.5A
Aut
1.0A
6.0V