Printer onderhouden
12
Plaats de oppakbanden.
13
Plaats de printer terug in de oorspronkelijke positie en plaats de toneroverloopfles.
14
Plaats de lade terug.
15
Open de voorklep en duw deze vervolgens stevig naar beneden.
16
Trek de lade van de inktcartridge naar buiten.
17
Verwijder het papier en plaats vervolgens de inktcartridgelade.
18
Sluit de voorklep.
19
Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de
buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te
voorkomen.
20
Zet de printer aan.
163