15 Alarmen
Het display toont een rode "A" en het statusbericht van de betreffende parameter bij een
enkele foutconditie. Een audiosignaal kan worden gedempt door eenmaal op de alarmtoets
te drukken (5 minuten aan/uit gezet). Er zal een rode pijl zijn die aangeeft of het alarm wordt
geactiveerd vanwege te hoge of te lage waarden, en de audio aan/uit-toets knippert rood:
Figuur 15.1 Alarmtoets die de alarmconditie aangeeft
Het audiopatroon is 3 korte piepjes gevolgd door een pauze van 3 seconden. Alle alarmen
hebben hetzelfde geluidspatroon.
15.1 Temperatuuralarmen
Alle 6 compartimenten kunnen een temperatuuralarm activeren als hun temperatuur meer
dan ± 0,5 °C afwijkt van het instelpunt.
Onthoud dat het veranderen van het instelpunt meer dan ± 0,5 °C van de huidige
temperatuur
zal
resulteren
in
een
alarm.
Hetzelfde
geldt
voor
alle
kalibratieaanpassingen.
Het nummer geeft de zone aan die het alarm heeft geactiveerd na "A".
De temperatuur in compartiment 3 is te hoog:
De temperatuur in compartiment 1 is te laag:
Het display vergrendelt de alarmconditie en stopt met wisselen tussen de standaard
statusberichten. Als de dempingstoets wordt ingedrukt, gaat het display naar de normale
status en worden de parameters gedurende 5 minuten weergegeven totdat het audio-alarm
weer afgaat. De dempingsalarmtoets geeft nog steeds de alarmconditie weer door rood te
knipperen terwijl het alarm is gedempt.
MIRI
IVF incubatoren met meerdere kamers gebruikershandleiding rev. 5.0
35
®