De N
-inlaat moet worden aangesloten op een concentratie van 100% N
2
omstandigheden vereist zijn. De O
bereik van 5,0 - 20,0% door N
De voorgemengde gasinlaat moet worden aangesloten op de CO
De gasdruk van de inlaat moet tussen 0,4 - 0,6 bar (5,80 - 8,70 PSI) liggen en moet
stabiel worden gehouden!
Gebruik altijd een hoogwaardige drukregelaar die voor beide gassen met de vereiste
precisie kan worden ingesteld.
Sluit het CO
-gas aan op de CO
2
buis is vastgemaakt met een clip, zodat deze niet per ongeluk losraakt tijdens plotselinge
drukschommelingen. Gebruik het meegeleverde 0,2 µ HEPA-filter op de gasleiding net vóór
de inlaat van de MIRI
®
Sluit de N
-inlaat op dezelfde manier aan op de stikstoffles.
2
Sluit de N
-inlaat op dezelfde manier aan op de stikstoffles.
2
De MIRI
incubatoren met meerdere kamers kunnen ook gebruikt worden met
®
voorgemengd gas. Het is een duurdere optie voor gasverbruik. Het betekent ook dat
de gebruiker de CO
2
wijzigen. Lees de sectie "13 Installatie met voorgemengd gas" hieronder voor meer
gedetailleerde informatie over het gebruik van het apparaat op voorgemengd gas.
MIRI
IVF incubatoren met meerdere kamers gebruikershandleiding rev. 5.0
®
-regeling in de compartimenten is beschikbaar in het
2
te infunderen.
2
Figuur 11.2 Drukregelaar
-inlaat met een geschikte siliconenslang. Zorg ervoor dat de
2
IVF incubator met meerdere kamers. Let op de richting.
Figuur 11.3 Gasfilter
- en O
-niveaus niet kan aanpassen zonder de gastoevoer te
2
als zuurstofarme
2
-inlaat.
2
20