Bedieningsinstructies, bedieningselementen
Motortoerentalregeling
De hendel wordt omhoog geduwd voor SNEL
(
) en omlaag voor LANGZAAM (
modellen bevindt de chokeregeling zich boven de
snelle instelling, een koude motor wordt gestart in de
instelling Choke en een warme motor in de instelling
SNEL. De instelling Choke dient zo snel mogelijk te
worden uitgeschakeld. De motor moet altijd in de
instelling SNEL worden gebruikt.
Toerenteller
(niet van toepassing op Mini-tractor)
De toerenteller in het elektronische display duidt het
motortoerental aan. Deze functie dient te worden
gebruikt wanneer het maaidek is ingeschakeld en in
combinatie met de voorwaartse versnelling. Teneinde
compleet maaien en verzamelen te garanderen, mag
het motortoerental niet onder 2600 tpm komen, indien
dit wel het geval is, begint de weergave in het display
te knipperen. Wanneer tijdens het maaien het display
knipperend aangeeft dat het motortoerental onder 2600
tpm is gedaald, zijn er twee opties: a) de voorwaartse
snelheid verlagen b) de maaihoogte hoger instellen.
(afb. 4)
). Op sommige
(afb. 5)
Toerenteller
Pagina 4
afb. 4
afb. 5