Inhoudsopgave
Advertenties
Problemen en oplossingen (maaidek afstellen)
Het maaidek dient zodanig te zijn afgesteld, dat deze
parallel loopt aan het oppervlak dat wordt gemaaid,
met een maximale afwijking van 3 mm van links naar
rechts of van voor naar achter.
Voor/achter afstellen
Controleer eerst of de bandenspanning correct is. Is
dat niet het geval, dan de banden oppompen.
Voor deze procedure zijn twee personen nodig - één
om het maaidek op te tillen en één om de draaitap te
verwijderen of te verplaatsen.
1. Controleer of de anti-scalpeerwielen allemaal op
dezelfde hoogte zijn ingesteld - indien dit niet
het geval is, dienen deze eerst correct te worden
ingesteld (afb. 41).
2. Breng het maaidek omlaag naar één stand hoger
dan de laagste stand - controleer de hoogtes
met een meetlat of meetlint.
3. De afstelstang voor het afstellen in lengterichting
bevindt zich rechts bij het achterwiel, de draaitap
(afb. 42) die de stang aan de bevestigingsbeugel
van de installatie koppelt, bevindt zich eveneens
daar. Zowel de draaitap als de stang zijn
voorzien van een schroefdraad en de afstelling
wordt uitgevoerd door de draaitap te verdraaien,
waardoor de stang in feite wordt verlengd.
4. Gebruik om de draaitap los te maken een
17 mm-steeksleutel of dop om de Nyloc-moer
en het onderlegring te verwijderen en duw
vervolgens de draaitap los.
5. Draai de draaitap verder op de stang om de
achterzijde van het maaidek hoger af te stellen.
Draai de andere kant op om de voorzijde hoger
af te stellen. De afstelling heeft snel effect, dus
eerst een of twee omdraaiingen proberen, de
draaitap opnieuw aanbrengen en vastzetten -
vervolgens het effect controleren. Indien nodig
herhalen en opnieuw controleren.
Plaats de anti-scalpeerwielen in de middelste afstelopening voor optimale
resultaten. Indien het maaiveld wordt beschadigd (scalperen), kan dit worden
verminderd door de wielen in de laagste afstelopeningen te plaatsen.
Pagina 18
Voor/achter afstelstang
Draaitap
Ophangbeugel maaidek
afb. 41
afb. 42
Advertenties
Inhoudsopgave
