Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningsinstructies, bedieningselementen
Zitting verstellen
(afb. 1)
De zitting op uw tractor kan naar wens van de
bestuurder zowel naar voren als naar achteren worden
versteld. Trek hiervoor de hendel aan de zijkant van
de zitting omhoog en schuif de zitting naar voren of
achteren zoals gewenst. Controleer altijd of de zitting in
de nieuwe positie is vergrendeld alvorens weg te rijden.
Choke
(afb. 2)
Op enkele modellen is een onafhankelijke choke
aangebracht. Deze choke kan, wanneer de motor koud
wordt gestart, het best in combinatie met de gashendel
in positie SNEL worden gebruikt. De choke dient zo
snel mogelijk te worden uitgeschakeld. Gebruik de
choke niet voor het starten van een warme motor.
Contact
(afb. 3, 6 en 11)
Het contactslot regelt de ontsteking en de startknop
schakelt de startmotor in. De motor kan niet worden
gestart zonder ingeschakelde parkeerrem; de lamp
"P" (afb. 11) geeft aan dat de rem ingeschakeld is (niet
van toepassing op de Mini). Wanneer de tractor met
koude motor start, draait u de sleutel in stand I. Zodra
de omwenteling voltooid is drukt u op de startknop
om de tractor te starten. Laat de knop los wanneer
de motor aanslaat. Draai de sleutel naar links om de
motor uit te schakelen (nadat zowel het maaidek als de
aftakkoppelas zijn uitgeschakeld). Verwijder om gebruik
door onbevoegden te voorkomen altijd na gebruik de
sleutel uit het contact. DE ONTSTEKING MOET ALTIJD
WORDEN UITGESCHAKELD EN MINIMAAL TWEE
SECONDEN UITGESCHAKELD LATEN, VOORDAT DE
TRACTOR OPNIEUW KAN WORDEN GESTART.
Pagina 3
afb. 1
Zittinghendel
afb. 2
afb. 3
Advertenties
Inhoudsopgave
