Inhoudsopgave
Advertenties
5.2
Accu laden
1. Sluit de stekker van de acculader op de accu aan.
2. Steek de stekker van de acculader in een stopcontact.
▶ Tijdens het opladen brandt de rode LED op de accu. De accu is volledig opgeladen als de rode LED
dooft.
5.3
Accu aanbrengen
1. Schuif de accu in de sleuf van de afstandsbediening.
2. Draai de vergrendeling rechtsom tot het vergrendelingssymbool verschijnt.
5.4
Radiografische afstandsbediening en het partnerapparaat koppelen
Voordat een product radiografisch kan worden bediend, moet de radiografische bediening aan het
partnerapparaat worden gekoppeld. Neem hierbij ook de handleiding van het partnerapparaat in acht.
1. Verbind de radiografische afstandsbediening en het partnerapparaat met de verbindingskabel.
2. Sluit het partnerapparaat aan op de stroomvoorziening.
3. Zorg ervoor dat de NOODSTOP van de radiografische afstandsbediening niet is geactiveerd.
4. Schakel de radiografische afstandsbediening in.
▶ Er verschijnt een melding op het display, zodra de radiografische afstandsbediening een partnerap-
paraat herkent.
5. Volg de aanwijzingen die op de radiografische afstandsbediening worden weergegeven.
Voordat u de verbindingskabel van de radiografische afstandsbediening losmaakt, moet u de
radiografische afstandsbediening uitschakelen.
5.5
Taal, land en maateenheid instellen
De instellingen voor land en taal zijn onafhankelijk van elkaar. Als het apparaat de eerste keer wordt
ingeschakeld, wordt allereerst om de selectie van de taal gevraagd.
1. Ga in het HOME- scherm naar <<Instellingen>>.
2. Selecteer <Land, taal, maateenheid> en bevestig de instelling met <<OK>>.
3. Selecteer met de draaiknop de gewenste taal.
4. Bevestig de instellingen met <<OK>>.
▶ Nadat u zich de eerste maal succesvol hebt aangemeld, vervalt bij nieuwe wijzigingen deze stap.
5. Selecteer <<Omlaag>> voor de instelling Land.
▶ Selecteer daartoe met de draaiknop de landcode van drie tekens.
6. Selecteer <<Omlaag>> voor de instelling Eenheid.
▶ Selecteer dan met de draaiknop de gewenste eenheid.
7. Bevestig de instellingen met <<OK>>.
5.6
Netstroombeveiliging instellen
1. Ga in het HOME- scherm naar <<Instellingen>>.
2. Selecteer <Netstroombeveiliging> en druk op <<OK>>.
3. Stel met de draaiknop de waarde van de aanwezige netstroombeveiliging (A) in.
4. Selecteer met de button <<Omlaag>> de volgende instelling.
5. Stel met de draaiknop de netwerkdemping in.
6. Bevestig de instellingen met <<OK>>.
▶ De instellingen worden opgeslagen en in de statusbalk van het display wordt de waarde van de
netstroombeveiliging weergegeven.
Bepaalde netwerkconfiguraties (bijv. verlengsnoeren) kunnen ertoe leiden dat de melding "Over-
belastingsuitschakeling" veelvuldig verschijnt. Pas in dit geval de netwerkdemping aan.
12
Nederlands
2053440
*2053440*
Advertenties
Inhoudsopgave
