S/PDIF — Sony/Philips Digital Interface (digitale interface van Sony/Philips) — Een
indeling van een audio-overdrachtsbestand voor het overbrengen van audio van het
ene naar het andere bestand zonder dit te converteren naar en van een analoge
indeling, waardoor de kwaliteit van het bestand kan verslechteren.
stand-bymodus — Een energiebeheermodus die alle overbodige computerfuncties
uitschakelt om energie te besparen.
TM
Strike Zone
— Verstevigd gedeelte van de platformbasis dat de vaste schijf
beschermt door als een koelapparaat te functioneren wanneer een computer
resonerende schokken krijgt of valt (ongeacht of deze in- of uitgeschakeld is).
stuurprogramma — Software waarmee het besturingssysteem een apparaat zoals een
printer kan beheren. Veel apparaten werken niet goed als het juist stuurprogramma
niet in de computer is geïnstalleerd.
SVGA — super-video graphics array — Een videostandaard voor videokaarten en -
controllers. Doorsnee SVGA-resoluties zijn 800 x 600 en 1024 x 768.
Het aantal kleuren en resoluties dat een programma weergeeft, hangt af van de
mogelijkheden van de monitor, de videocontroller en de bijbehorende stuurprogramma's
en de hoeveelheid videogeheugen die op de computer is geïnstalleerd.
S-video TV-uitgang — Een connector die gebruikt wordt om een TV of digitaal
audioapparaat op de computer aan te sluiten.
SXGA — super-extended graphics array — Een videostandaard voor videokaarten en -
controllers die resoluties ondersteunt van maximaal 1280 x 1024.
SXGA+ — super-extended graphics array plus — Een videostandaard voor videokaarten
en -controllers die resoluties ondersteunt van maximaal 1400 x 1050.
systeemkaart — De belangrijkste printplaat in de computer. Deze is ook bekend als
het moederbord.
systeemvak — Het gedeelte van de Windows-taakbalk met de pictogrammen, die snel
toegang bieden tot programma's en computerfuncties, zoals de klok, de volumeregeling
en de afdrukstatus. Dit wordt ook de systeemlade genoemd.
System Setup — Een hulpprogramma dat als een interface werkt tussen de
computerhardware en het besturingssysteem. U kunt hiermee door de gebruiker te
selecteren opties in de BIOS configureren, zoals datum en tijd of het systeemwachtwoord.
U kunt de instellingen voor dit programma beter niet wijzigen, tenzij u weet welke
invloed ze op de computer hebben.
290
Termenlijst