Rugleuning
Stel de juiste diepte in, door de vier
inbusbouten [A] met een inbussleutel los te
draaien, de leuning op de juiste positie te
verschuiven en vervolgens de inbusbouten
weer vast te draaien.
Stel daarna de juiste hoogte in door de twee
inbusbouten [B] los te draaien, de leuning op
de juiste positie te verschuiven en vervolgens
de moeren weer vast te draaien.
De rugleuning kan worden uitgerust met een
gordel [C]. Gebruik de sluiting om de gordel te
openen en te sluiten.
Excentrische crank
De fiets kan worden uitgevoerd met een
excentrische crank aan linker- en/of
rechterzijde.
Gebruiksaanwijzing
Tandemlijn 14.10
[C]
[B]
[A]
[B]
12