5 BEDIENING
5.5
Bijvullen met fluxpoeder
1.
Sluit de fluxklep (1) op de fluxtrechter.
2.
Verwijder de optionele cycloon op de
fluxopvangeenheid, indien aanwezig.
3.
Vul met fluxpoeder.
LET OP!
Het poeder moet droog zijn. Gebruik
alleen voorverwarmd fluxpoeder
wanneer de fluxtrechter hiervoor is
ontworpen.
4.
Positioneer de fluxbuis zonder deze te verdraaien.
5.
Stel de hoogte van het fluxmondstuk zo boven de
las, dat de juiste hoeveelheid flux wordt
afgegeven.
De fluxdekking moet voldoende zijn om penetratie
van de lasboog te voorkomen.
0449 468 460
- 18 -
© ESAB AB 2023