5 BEDIENING
7.
Voer de draad 30 mm onder het contactpunt door
8.
Richt de draad door de knop (5) af te stellen.
LET OP!
Gebruik altijd een geleiderbuis (7) om een gelijkmatige toevoer van fijne draad
(1,6–2,5 mm) te garanderen.
5.2.1
Accessoires
•
De draadrichtvoorziening voor fijne draad (6) moet boven op
de klem van de draadaanvoereenheid (2) worden bevestigd.
LET OP!
Verwijder de plaat (9), als deze aanwezig is, wanneer u
de draadrichtvoorziening voor fijne draad monteert.
LET OP!
Verwijder de beschermplaat (8) niet.
5.3
De draadaanvoerrol verwisselen
5.3.1
Enkele draad
•
Draai de knoppen (3) en (4) los.
•
Draai het handwiel (2) los.
•
Verwissel de draadaanvoerrol (1).
De aanvoerrollen zijn gemarkeerd met de bijbehorende
draaddiameters.
5.3.2
Poedergevulde draad voor kartelrollen (accessoires)
•
Vervang de aanvoerrol (1) en drukrol (5) als paar voor de te gebruiken draadmaat.
LET OP!
Voor de drukrol is een speciale verlengas vereist (bestelnr. 0212 901 101).
•
Draai de drukschroef (4) met matige druk vast om te zorgen dat de poedergevulde
draad niet vervormt.
0449 468 460
op de PEK te drukken.
- 16 -
© ESAB AB 2023