Inhoudsopgave
Advertenties
4.2.3 Standaard configuratie-instellingen
Procesluchtventila-
tor
MCD-
100
Regener-
atieluchtventilator
Procesluchtventila-
tor
MCD-
120
Regener-
atieluchtventilator
Procesluchtventila-
tor
MCD-
140
Regener-
atieluchtventilator
Procesluchtventila-
tor
MCD-
155
Regener-
atieluchtventilator
Tabel 4.1 Standaard configuratie-instellingen voor nominale luchtstromen bij een luchtdichtheid van 1,2 kg/m
2
(
)
q
Δ p =
k
Figuur 4.1 Formule voor berekening van de verschildruk
4.3 Instelling en test van stoomverwarming
1. Controleer dat de afsluitkleppen zijn gesloten.
2. Sluit de regeneratieverwarming aan op de stoomtoevoer.
3. Open de stoomtoevoerkleppen.
4. Controleer dat de juiste stoomtoevoerdruk wordt aangegeven door de manometer.
5. Controleer dat de verwarming en het bijbehorende leidingwerk niet lekken.
6. Controleer dat de thermometer een temperatuur aangeeft die overeenkomt met de leidingdruk.
7. Open de regelklep zeer langzaam met de hand om het condensafvoersysteem te testen.
32
Ventilator-
Luchtstroom
coëfficiënt
(m
3
/u
690
10000
150
3060
690
12000
220
3960
690
14000
220
4500
690
15300
150
3060
Inbedrijfstelling
Verschildruk
(Pa)
210
416
302
324
412
418
492
416
p = verschildruk (Pa)
3
q = luchtstroom (m
/h bij actuele temperatuur
)k = ventilatorcoëfficiënt
Ventilatorsnelheid,
(tpm)
1900
2940
2150
2710
2450
2920
2450
2840
3
190TNL–1067–J1408
Advertenties
Inhoudsopgave
