11 Oplossen van storingen
11.1
Resetten na een storing
Voordat u een specifi eke diagnose gaat uitvoeren, moet u de
volgende punten controleren:
∙ Controleer of er geen stroomstoring is en dat het apparaat
correct is aangesloten.
∙ Controleer of alle stopkranen open zijn.
11.2
Storingscodes
Een overzicht van de storingscodes vindt u in de bijlage
(zie "Overzicht van de storingscodes").
In geval van een onregelmatigheid, staat het nummer van de
storingscodes op het display van het apparaat
∙ Voer de reparaties uit (indien nodig).
∙ Start het apparaat op met de Aan/Uit-schakelaar.
12 Defi nitief buiten gebruik stellen
∙ Zet het apparaat uit.
∙ Onderbreek de elektrische voeding van het apparaat.
∙ Tap het apparaat af (zie hoofdstuk "Onderhoud").
∙ Recycleer of demonteer het apparaat en zijn componenten
(zie hoofdstuk "Recycling").
13 Recycling
13.1
Verpakking
∙ Sorteer het afval zo dat het afval dat gerecycleerd kan worden
(karton, plastics, enz.) gescheiden wordt van het afval dat niet
gerecycleerd kan worden (omspanning, enz.).
∙ Verwerk het afval in overeenstemming met de geldende
wettelijke voorschriften.
13.2
AEEA: Recycling van het apparaat en zijn
componenten
Het apparaat moet worden gerecycleerd in overeenstemming
met de AEEA-richtlijn (afval van elektrische en elektronische
apparatuur) die met name voorschrijft:
- het gescheiden inzamelen van afval van elektrische en
elektronische apparatuur,
- het systematisch gescheiden verwerken van bepaalde
zogenaamde gevaarlijke componenten en stoffen,
- het hergebruik, de recycling en de opwerking van
ingezamelde elektrische en elektronische apparatuur.
0020176397_00 - 04/13 - Bulex
INSTALLATIEHANDLEIDING
∙ Gooi uw product of zijn accessoires niet weg met
huishoudelijk afval.
∙ Zorg ervoor dat het apparaat en zijn eventuele
accessoires na gebruik op de juiste manier wordt
verwerkt.
∙ Lever het apparaat in bij een inzamelpunt voor de
behandeling, opwerking en recycling van elektrisch en
elektronisch afval.
∙ Houd u aan alle geldende wettelijke voorschriften.
i
Opmerking
Door het naleven van deze richtlijn draagt u bij aan
het behoud van het milieu en van de natuurlijke
hulpbronnen en beschermt u de volksgezondheid.
13.3
Koelmiddel
b
Gevaar!
Risico op brandwonden door koelmiddel
R134a.
Het apparaat bevat een koelmiddel en moet
met zorg worden behandeld.
Het koelmiddel mag uitsluitend door een
•
bevoegde specialist worden verwerkt.
Vermijd ieder contact met de huid en met de
•
ogen.
i
Opmerking
De recycling van het koelmiddel mag alleen worden
uitgevoerd door de gekwalificeerde vakman die het
apparaat heeft geïnstalleerd.
R134a is een fl uorhoudend gas met een broeikaseffect (Kyoto-
protocol over broeikasgassen 1975). Bij normaal gebruik en
onder normale omstandigheden is dit koelmiddel ongevaarlijk.
Het koelmiddel mag niet in de atmosfeer terechtkomen, tenzij
dit noodzakelijk is voor de veiligheid van personen.
∙ Voordat het apparaat wordt afgedankt, moet het koelmiddel
op correcte wijze worden teruggewonnen in een geschikte
fl es om te worden hergebruikt.
Degene die deze terugwinning uitvoert moet beschikken
over een certifi cering in overeenstemming met de geldende
wetgeving.
NL
- 25 -