INSTALLATIEHANDLEIDING
9.3.2.4
Instelling min. temperatuur
Het is mogelijk om de bijverwarming te laten inschakelen als
aanvulling op de werking van de warmtepomp om te voorkomen
dat de temperatuur van het water daalt onder de minimale
comforttemperatuur van 38 °C. De bijverwarming komt dan
in werking tot de temperatuur is gestegen tot 43 °C en stopt
daarna. De warmtepomp verwarmt de boiler verder.
∙ Druk op de draaiknop
∙ Draai de draaiknop om de modus te selecteren
(vb. hieronder)
∙ Druk op de toets "MENU" om terug te gaan naar het
beginscherm.
i
Opmerking
Standaard is deze functie niet actief.
Tijdens de tijdelijke stroomafsluiting is de comfort-
functie uitgeschakeld.
9.3.2.5
Instelling max. verwarmingstijd
Het is mogelijk om de tijdsduur in te stellen waarbij de
bijverwarming wordt gebruikt naast de warmtepomp om het
verwarmen van de boiler te versnellen.
∙ Druk op de draaiknop
∙ Draai de draaiknop om de duur te selecteren (vb. hieronder)
∙ Druk op de draaiknop om de waarde te bevestigen
i
Opmerking
Standaard is deze functie niet actief.
Hoe korter de ingestelde maximale tijd, hoe vaker
de bijverwarming zal inschakelen en hoe hoger dus
de energierekening zal zijn.
∙ Druk op de toets "MENU" om terug te gaan naar het
beginscherm.
NL
- 20 -
T E MP MI NI
N EE
T E MP MI NI
43°C
M AX. TI JD
NE E
M AX. TI JD
3
U
9.3.3
Resetten van de parameters
Door het resetten van de parameters worden de
fabrieksinstellingen teruggezet.
∙ Draai, in het menu "INSTALLATEUR", de draaiknop naar
"
".
RESE T PAR.
R E S E T PA R.
∙ Druk op de draaiknop om uw keuze te bevestigen
∙ Draai de draaiknop om "JA" te selecteren
R E S E T PA R.
∙ Druk op de draaiknop om uw keuze te bevestigen.
∙ Druk op de toets "MENU" om terug te gaan naar het
beginscherm.
9.3.4
Weergave van de ingangen
Via het menu "DISPLAY VAN DE INGANGEN" kunt u in real
time de informatie van de verschillende sondes en sensoren
zien.
Weergave
Omschrijving
Temperatuur van het warme water
water
onderin de warmtepompboiler
Temperatuur van de door de
lucht
warmtepomp aangezogen lucht
Temperatuur van de verdamper van de
T_VE RDAMP.
warmtepomp (uitgang expansieventiel)
Ingang dalurencontact
MODE. DALUU
(0 = contact open; 1 = contact dicht)
Ingang hygrostaat
VENT. CONT R
(0 = contact open; 1 = contact dicht)
i
Opmerking
De temperatuur die permanent op het scherm staat
is het gevraagde instelpunt en niet de beschikbare
watertemperatuur.
∙ Druk op de toets "MENU" om terug te gaan naar het
beginscherm.
JA
Indic.
Twater
Tlucht
T_
ONTDOOI.
daluren
Hygrostaat
0020176397_00 - 04/13 - Bulex