Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Veiligheidslichtgordijn / -lichtscherm
Correcte installatie
Gevaarlijke machineonderdelen kunnen alleen
bereikt worden nadat men het veiligheidsveld
doorkruist heeft
Het personeel mag zich niet tussen
het veiligheidsveld en gevaarlijke
machineonderdelen bevinden
(beveiliging achter de beschermvoorziening)
Niet-toegestane installatie
Gevaarlijke machineonderdelen zijn
toegankelijk, zonder dat men het veiligheidsveld
moet doorkruisen
Het personeel kan zich tussen
het veiligheidsveld en gevaarlijke
machineonderdelen bevinden
3.3 Uitlijnen van de sensoren
Procedure:
• De zender en ontvanger moeten parallel ten opzichte van elkaar en
op dezelfde bevestigingshoogte gemonteerd worden
• Draai eerst de zender en dan de ontvanger zo dat hun
frontafdekkingen tegenover elkaar staan, tot de geïntegreerde
signaallamp groen (bedrijfsmodus automatisch) of geel
(bedrijfsmodus herstartblokkering) gaat branden
• Gedurende de eerste vijf minuten na de systeemstart gedraagt de
weergave zich zoals beschreven in paragraaf Uitlijningshulp en wordt
de signaalsterkte door impulsen in verschillende frequenties in de
kleuren groen (bedrijfsmodus automatisch) of geel
(bedrijfsmodus herstartblokkering) weergegeven
• Lijn zender en ontvanger zo uit dat zij ongeveer in het midden van de
hoekzone voor een groene of gele aanduiding staan Fixeer de positie
met de schroeven van iedere bevestigingshoek
3.4 Uitlijningshulpmiddel
In deze bedrijfsmodus wordt de signaalsterkte door gele lichtimpulsen
van de signaallamp weergegeven, de veiligheidsschakeluitgangen
OSSD blijven altijd in OFF-toestand Des te beter de uitlijning, des
te hoger de frequentie van de lichtimpulsen De uitlijning is optimaal
als het impulssignaal permanent gaat branden Als er geen optische
synchronisatie tussen de zender en de ontvanger bestaat, wordt elke
drie seconden een lichtimpuls uitgezonden
Activeren van de uitlijnhulp met 5-polige kabelaansluiting
Activeer bij de systeemstart aan de ingang "Vrijgave" gedurende
minstens 2 seconden +24V (bijv door het drukken van de
vrijgaveknop) De ontvanger start in bedrijfsmodus Uitlijnhulp U kunt de
toets loslaten zodra de aanduiding verandert van rood in geel
Bij actieve master-/slave-serieschakeling kan de uitlijnhump
niet met +24V aan de ingang "Vrijgave" worden geactiveerd
Kies hiervoor de activering met +24V aan OSSD 1
8
Activeren van de uitlijnhulp met 4-polige kabelaansluiting
Als bij de start van het systeem aan de uitgang "OSSD 1" gedurende
minstens 2 seconden een spanning van +24V aanwezig is, dan start de
ontvanger in bedrijfsmodus uitlijnhulp
Als de uitlijnhulp geactiveerd wordt met 24V aan OSSD 1,
dan mogen de uitgangen OSSD 1 en OSSD 2 niet met de
machine of de machinebesturing verbonden zijn
Om de uitlijnhulp te beëindigen schakelt u de voedingsspanning uit en
herstelt u de oorspronkelijke aansluitconfiguratie
Aanduiding
Signaallamp geel
statisch AAN
knippert aan 10 Hz
knippert aan 2 Hz
1 Hz
1 impuls alle drie seconden
3.5 Weergave van de signaalsterkte
De signaalsterkte wordt in bedrijfsmodus AAN geëvalueerd; als zij te
laag is, wordt alle 5 seconden een signaalimpuls (groen) weergegeven
Als deze statusaanduiding zich voordoet, moet de frontafdekking van
de zender en ontvanger op vervuiling en beschadiging of de uitlijning
worden gecontroleerd
Als de signaalkwaliteit voldoende is, gebeurt er geen statusaanduiding
3.6 Veiligheidsafstand
De veiligheidsafstand is de minimumafstand tussen het veiligheidsveld
van de BWS en de gevarenzone De veiligheidsafstand moet
gerespecteerd worden om ervoor te zorgen dat de gevaarlijke beweging
tot stilstand gekomen is voordat men de gevarenzone kan betreden
Berekening van de veiligheidsafstand volgens EN ISO 13855
en EN ISO 13857
De veiligheidsafstand is afhankelijk van de volgende factoren:
• Nalooptijd van de machine (berekening via meting van de nalooptijd)
• Aanspreektijd van machine en BWS en nageschakelde
veiligheidsmodule (volledige beschermvoorziening)
• Naderingssnelheid
• Resolutievermogen van de BWS
Veiligheidslichtgordijn SLC240COM
De veiligheidsafstand voor de resolutie 14 mm tot 40 mm worden
volgens de onderstaande formule berekend:
(1) S = 2 mm/ms * T + 8 (d - 14) [mm]
S = veiligheidsafstand in mm
T = Totale reactietijd in ms (nalooptijd machine,
reactietijd van de beschermvoorziening, veiligheidsmodule, enz)
d = Resolutie van de BWS in mm
Als naderingssnelheid is een waarde van 2 mm/ms aangehouden Is na
de berekening van de veiligheidsafstand de waarde S ≤ 500 mm, dan
moet u de berekende waarde S gebruiken
Is de waarde S ≥ 500 mm, dan moet u de afstand opnieuw berekenen:
(2) S = 1,6 mm/ms * T + 8 (d - 14) [mm]
Is de nieuwe waarde S > 500 mm, dan gebruikt u de berekende waarde
S als veiligheidsafstand
Is de nieuwe waarde S < 500 mm, dan gebruikt u een minimumafstand
van 500 mm
NL
SLC240COM
SLG240COM
Signaalstatus
best mogelijke
goed
voldoende
Signaalsterkte te laag
(signaalreserve, vervuiling)
geen signaal
Advertenties
Inhoudsopgave
